Tijdens de verkennende fase van het onderzoek zijn op meerdere niveaus aanwijzingen gevonden voor een archeologische vindplaats. In het plangebied is één randfragment kogelpotaardewerk gevonden (boring 2) en zijn in de boringen 4, 5 en 6 op twee verschillende niveaus in de afdekkende kleilaag, “vuile”, donkergrijze kleilagen met fosfaatvlekken, houtskool- en puinspikkels waargenomen. Op basis van de resultaten van het booronderzoek bestaat er een hoge kans op archeologische waarden in het plangebied. In het gebied kunnen archeologische sporen vanaf de late ijzertijd aanwezig zijn. De voorgenomen werkzaamheden kunnen de archeologische waarden verstoren. Een vrijstellingsdiepte voor de bodemingrepen is op basis van het onderhavig onderzoek niet te geven.Op grond van de resultaten van het verkennend booronderzoek, wordt aanbevolen het plangebied nader te onderzoeken met een vervolgonderzoek door middel proefsleuven. Bij voorkeur dient tenminste 10 % van de totale oppervlakte van het plangebied (892 meter) nader te worden onderzocht. Voor het uitvoeren van dit waarderend onderzoek dient door een senior-KNA-archeoloog eerst een Programma van Eisen (PvE) te worden opgesteld dat door de bevoegde overheid zal moeten worden goedgekeurd. In dit PvE worden de wetenschappelijke en praktische uitgangspunten waaraan het onderzoek moet voldoen, vastgelegd. De gemeente Groningen heeft op 22 april 2020 laten weten dit selectie-advies op te volgen.