- home
- Advanced Search
59,049 Research products, page 1 of 5,905
Loading
- Other research product . Other ORP type . 2020Open Access DutchAuthors:A, S.J.H. van der (ProRail);A, S.J.H. van der (ProRail);Publisher: ProRail
Op het emplacement Kijfhoek zijn verschillende projecten gepland om het kenmerkende Heuvelsysteem te moderniseren en de levensduur ervan te verlengen. Het Heuvelsysteem is eind 1990 opgeleverd en is aan het einde van zijn technische levensduur. Deze projecten gaan gepaard met bodemingrepen, waardoor het archeologisch bodemarchief mogelijk verstoord raakt. De oudste bewoning heeft plaatsgevonden op het rivierduin. Op de oevers van de Devel is op een aantal plekken middeleeuwse bewoning (11e eeuw) vastgesteld. Voor de rivierduinen geldt een hoge archeologische verwachting voor vindplaatsen vanaf het Mesolithicum; de stroomgordel van de Devel heeft een hoge verwachting voor bewoning gedurende de IJzertijd/Romeinse tijd en Vroege Middeleeuwen. Ook zijn hier 14e-eeuwse boerderijplaatsen te verwachten van na de bedijking van de Devel. Ten aanzien van de komgebieden geldt een lage archeologische verwachting voor vindplaatsen uit de periode IJzertijd/Romeinse tijd en Vroege Middeleeuwen. De heuvel op het rangeerterrein is opgehoogd met ongeveer 3 tot wel 7,5 meter; het rangeerterrein zelf met ongeveer 1,5 meter. Alle ingrepen in dit ophoogpakket en in de 30 cm daaronder kunnen worden verricht zonder het risico archeologische waarden te verstoren. Voor ingrepen ter plaatse van de oeverwallen van de Devel en de rivierduinen, die dieper reiken dan het ophoogpakket en de 30 cm daaronder (circa 1,8 m -NAP), moet eerst een archeologisch onderzoek worden uitgevoerd. Afhankelijk van de aard van de ingrepen en in overleg met de archeologisch deskundige van de gemeente Zwijndrecht zal worden bepaald in welke vorm dit onderzoek kan plaatsvinden. In de delen van het plangebied buiten de oeverwallen en rivierduinen wordt geen archeologisch onderzoek nodig geacht. Deze zones zijn als ‘vrijgeven’ aangeduid op de advieskaart.
- Other research product . 2022NorwegianAuthors:Agder fylkeskommune;Agder fylkeskommune;Publisher: Askeladden
Kontrollregistrering 2022: Lokalitet med én stor og to små skålgropsteiner, med henholdsvis 12, 4 og 1 skålgroper, er ikke gjenfunnet etter Fett. Hvis man følger Fetts stedsangivelse er den store steinen synlig på flyfoto 1956, men er ikke registrert ved ØK i 1965 og er trolig fjernet mellom -56 og -65. Det ble søkt etter de to mindre steinene uten hell. Ny lokalitet opprettet med status fjernet/tapt. Per og Eva Fett 1933, publisert 1941: Hananger II (bnr. 9). 1. Stor stein 70-80 m. VSV for husene, hård, knudret og svært ujevn, toppen er forholdsvis flat. 12 normale og større groper på toppen, nokså samlet. 2-3. Straks NØ for stein 1 er en ødelagt gravhaug og 5-10 m. på den andre siden ligger to små jordfaste steiner. Steinarten er hård og overflaten ujevn, med flere naturlige fordypninger. På den sydlige fire groper, på den nordlige en, alle forholdsvis store.
- Other research product . 2022NorwegianAuthors:Innlandet fylkeskommune;Innlandet fylkeskommune;Publisher: Askeladden
Jernvinneanlegg med te kullgroper i samling. Funnet på LIDAR, ikke sjekket i felt.
- Other research product . Other ORP type . 2018Open Access DutchAuthors:Ruijters, M.H.P.M. (RAAP Archeologisch Adviesbureau);Ruijters, M.H.P.M. (RAAP Archeologisch Adviesbureau);Publisher: RAAP Archeologisch Adviesbureau
In het plangebied vindt een bestemmingsplanwijziging plaats, waarbij de aanwezige bedrijfsgebouwen plaatsmaken voor een woonhuis en bijgebouwen.
- Other research product . 2018NorwegianAuthors:Agder fylkeskommune;Agder fylkeskommune;Publisher: Askeladden
Har vore støl.
- Other research product . 2022NorwegianAuthors:Sametinget;Sametinget;Publisher: Askeladden
Syllmur, overgrodd av gress og mose, men tilstrekkelig synlige stein til å se omrisset av muren. Ikke høy mur, kun en høyde med stein ca 15-30 cm høy med opp til 1m lange steiner, ytre mål 6x5m. Store gamle bjørker vokser tett påe. Tufta ligger på en liten høyde i dalbunnen, overflatedyrka gress/beitemark. Fellesbefaring med kjentmann Kjell Erland Pedersen som påviste kulturminnet.
- Other research product . 2020NorwegianAuthors:Troms og Finnmark fylkeskommune;Troms og Finnmark fylkeskommune;Publisher: Askeladden
Ansamling av groper påvist via LIDAR. Trolig fangstgroper, men kan være tufter. Må kontrolleres i felt.
- Other research product . 2022NorwegianAuthors:Agder fylkeskommune;Agder fylkeskommune;Publisher: Askeladden
Denne vegen var ein del av ferdsleåra Stavdalen - Verevasstøylen - Fisstøyl - Torsdalen - Fardal.
- Other research product . 2019NorwegianAuthors:Innlandet fylkeskommune;Innlandet fylkeskommune;Publisher: Askeladden
Hestesko middelalder
- Other research product . Other ORP type . 2020Open Access DutchAuthors:Vaessen, R.A. (RAAP Archeologisch Adviesbureau bv); Verhoeven, M.P.F. (RAAP Archeologisch Adviesbureau bv);Vaessen, R.A. (RAAP Archeologisch Adviesbureau bv); Verhoeven, M.P.F. (RAAP Archeologisch Adviesbureau bv);Publisher: RAAP Archeologisch Adviesbureau bv
In het kader van de verbreding van de A58 heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau een update uitgevoerd van twee bureauonderzoeken. De resultaten van beide updates wordt hieronder beschreven. Rapport 3687 - Tilburg/Eindhoven Het onderhavig onderzoek vormt een update van een eerder door Econsultancy uitgevoerd onderzoek in het kader van de verbreding van de A58 tussen Eindhoven en Tilburg (Stiekema, 2015). Het belangrijkste doel hierbij was om na te gaan in hoeverre recente onderzoeken en ontwikkelingen de conclusies uit dit eerdere onderzoek beïnvloeden. Tevens is de archeologische verwachtingskaart op basis van de laatste gegeven geüpdatet. Uit het onderzoek blijkt dat er weinig verschillen zijn waar te nemen ten opzichte van het eerdere bureauonderzoek en de conclusies zijn dan ook over het algemeen vergelijkbaar. Wel is inmiddels duidelijk geworden dat er gekozen wordt om de A58 te verbreden naar 2x3 banen en niet voor een variant van 2x2 rijstroken met een spitsstrook. Hierdoor wordt de kans vergroot dat archeologische waarden in de bodem verstoord worden doordat de grond waarin zich bevinden wordt afgegraven of anderszins wordt geroerd. Op basis van onderhavige update zijn er geen grootschalige aanpassingen nodig aan de conclusies getrokken in het rapport van Econsultancy. Net als in dit eerdere onderzoek wordt geadviseerd om een archeologisch onderzoek uit te voeren in de vorm van verkennende boringen. Zones die reeds als verstoord zijn aangemerkt of al zijn onderzocht zijn vrijgesteld van onderzoek. In het eerdere bureauonderzoek van Econsultancy zijn ook gebieden met een lage archeologische verwachting vrijgesteld van onderzoek. Toch overschrijden de geplande werkzaamheden de ondergrenzen die gelden voor deze categorie, waardoor ook deze gebieden in principe in aanmerking voor onderzoek. In de huidige planontwerp betekent dit dat voor vrijwel het gehele tracé in aanmerking komt voor vervolgonderzoek. Ten aanzien van het beschermde archeologisch monument in de gemeente Oirschot dient de omgang hiermee in samenspraak met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) te worden bepaald. Werkzaamheden in dit gebied zijn namelijk vergunningsplichtig. Door het uitvoeren van het verkennend booronderzoek in een vroege fase van het project kunnen de archeologische risicogebieden in een vroeg stadium in kaart gebracht worden gebracht. Op basis hiervan kan vervolgens niet alleen worden bepaald of archeologisch vervolgonderzoek noodzakelijk is en welke vorm dit onderzoek het beste kan hebben, maar kunnen er, waar mogelijk, eventueel ook aanpassingen aan de ontwerpplannen worden gemaakt waarmee potentiële archeologische resten worden ontzien en waar archeologisch onderzoek dan ook niet meer noodzakelijk is. Bovendien kunnen de gegevens uit het booronderzoek dienen om in een latere fase, wanneer de definitieve plannen en de daarbij horende planning van het project bekend zijn, prioriteit te geven aan bepaalde zones waar archeologisch vervolgonderzoek aan de orde is om zodoende de risico’s van archeologisch onderzoek en eventuele vertragingen die dit kunnen opleveren zowel mogelijk te beperken. Rapport 3889 - Breda In opdracht van Witteveen + Bos Raadgevende ingenieurs B.V. heeft RAAP in mei 2019 een bureaustudie uitgevoerd in het kader van de geplande verbreding van de A58 (InnovA58) ten zuiden van Breda (traject Sint Annabosch-Galder) in de gemeente Breda. Voor het onderzoeksgebied is reeds in een eerder stadium een bureauonderzoek uitgevoerd door Econsultancy. Alhoewel de omvang en diepte van de bodemingrepen nog niet volledig bekend is, kan er gezien de lage ondergrenzen (30 cm & 0 en 100 m²) van worden uitgegaan dat er in de zones met het archeologisch monument van waarde, en een hoge-, middelhoge- en lage verwachting nader onderzoek aan de orde is. Er wordt aangeraden om in alle zones waar volgens het gemeentelijk beleid de ondergrenzen ten aanzien van archeologie worden overschreden een archeologisch onderzoek in de vorm van verkennende boringen uit te voeren in de zones waar werkzaamheden gaan plaatsvinden buiten de huidige wegtracés. In de huidige planontwerp betekent dit dat voor vrijwel het gehele tracé in aanmerking komt voor vervolgonderzoek. De boringen dienen aan weerszijden van de weg om de 50 meter boringen worden gezet met een kleine handmatige boor (Edelmanboor 7 cm en/of zandguts 3 cm). Op bekende vindplaatsen dienen er minstens vijf boringen te worden gezet. Deze boringen hebben tot doel de gaafheid van de bodem, en daarmee de noodzaak tot verder onderzoek, te bepalen. Dit rapport geeft (selectie)adviezen. Het is aan de bevoegde overheid, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, deze al dan niet over te nemen in de vorm van een (selectie)besluit.
59,049 Research products, page 1 of 5,905
Loading
- Other research product . Other ORP type . 2020Open Access DutchAuthors:A, S.J.H. van der (ProRail);A, S.J.H. van der (ProRail);Publisher: ProRail
Op het emplacement Kijfhoek zijn verschillende projecten gepland om het kenmerkende Heuvelsysteem te moderniseren en de levensduur ervan te verlengen. Het Heuvelsysteem is eind 1990 opgeleverd en is aan het einde van zijn technische levensduur. Deze projecten gaan gepaard met bodemingrepen, waardoor het archeologisch bodemarchief mogelijk verstoord raakt. De oudste bewoning heeft plaatsgevonden op het rivierduin. Op de oevers van de Devel is op een aantal plekken middeleeuwse bewoning (11e eeuw) vastgesteld. Voor de rivierduinen geldt een hoge archeologische verwachting voor vindplaatsen vanaf het Mesolithicum; de stroomgordel van de Devel heeft een hoge verwachting voor bewoning gedurende de IJzertijd/Romeinse tijd en Vroege Middeleeuwen. Ook zijn hier 14e-eeuwse boerderijplaatsen te verwachten van na de bedijking van de Devel. Ten aanzien van de komgebieden geldt een lage archeologische verwachting voor vindplaatsen uit de periode IJzertijd/Romeinse tijd en Vroege Middeleeuwen. De heuvel op het rangeerterrein is opgehoogd met ongeveer 3 tot wel 7,5 meter; het rangeerterrein zelf met ongeveer 1,5 meter. Alle ingrepen in dit ophoogpakket en in de 30 cm daaronder kunnen worden verricht zonder het risico archeologische waarden te verstoren. Voor ingrepen ter plaatse van de oeverwallen van de Devel en de rivierduinen, die dieper reiken dan het ophoogpakket en de 30 cm daaronder (circa 1,8 m -NAP), moet eerst een archeologisch onderzoek worden uitgevoerd. Afhankelijk van de aard van de ingrepen en in overleg met de archeologisch deskundige van de gemeente Zwijndrecht zal worden bepaald in welke vorm dit onderzoek kan plaatsvinden. In de delen van het plangebied buiten de oeverwallen en rivierduinen wordt geen archeologisch onderzoek nodig geacht. Deze zones zijn als ‘vrijgeven’ aangeduid op de advieskaart.
- Other research product . 2022NorwegianAuthors:Agder fylkeskommune;Agder fylkeskommune;Publisher: Askeladden
Kontrollregistrering 2022: Lokalitet med én stor og to små skålgropsteiner, med henholdsvis 12, 4 og 1 skålgroper, er ikke gjenfunnet etter Fett. Hvis man følger Fetts stedsangivelse er den store steinen synlig på flyfoto 1956, men er ikke registrert ved ØK i 1965 og er trolig fjernet mellom -56 og -65. Det ble søkt etter de to mindre steinene uten hell. Ny lokalitet opprettet med status fjernet/tapt. Per og Eva Fett 1933, publisert 1941: Hananger II (bnr. 9). 1. Stor stein 70-80 m. VSV for husene, hård, knudret og svært ujevn, toppen er forholdsvis flat. 12 normale og større groper på toppen, nokså samlet. 2-3. Straks NØ for stein 1 er en ødelagt gravhaug og 5-10 m. på den andre siden ligger to små jordfaste steiner. Steinarten er hård og overflaten ujevn, med flere naturlige fordypninger. På den sydlige fire groper, på den nordlige en, alle forholdsvis store.
- Other research product . 2022NorwegianAuthors:Innlandet fylkeskommune;Innlandet fylkeskommune;Publisher: Askeladden
Jernvinneanlegg med te kullgroper i samling. Funnet på LIDAR, ikke sjekket i felt.
- Other research product . Other ORP type . 2018Open Access DutchAuthors:Ruijters, M.H.P.M. (RAAP Archeologisch Adviesbureau);Ruijters, M.H.P.M. (RAAP Archeologisch Adviesbureau);Publisher: RAAP Archeologisch Adviesbureau
In het plangebied vindt een bestemmingsplanwijziging plaats, waarbij de aanwezige bedrijfsgebouwen plaatsmaken voor een woonhuis en bijgebouwen.
- Other research product . 2018NorwegianAuthors:Agder fylkeskommune;Agder fylkeskommune;Publisher: Askeladden
Har vore støl.
- Other research product . 2022NorwegianAuthors:Sametinget;Sametinget;Publisher: Askeladden
Syllmur, overgrodd av gress og mose, men tilstrekkelig synlige stein til å se omrisset av muren. Ikke høy mur, kun en høyde med stein ca 15-30 cm høy med opp til 1m lange steiner, ytre mål 6x5m. Store gamle bjørker vokser tett påe. Tufta ligger på en liten høyde i dalbunnen, overflatedyrka gress/beitemark. Fellesbefaring med kjentmann Kjell Erland Pedersen som påviste kulturminnet.
- Other research product . 2020NorwegianAuthors:Troms og Finnmark fylkeskommune;Troms og Finnmark fylkeskommune;Publisher: Askeladden
Ansamling av groper påvist via LIDAR. Trolig fangstgroper, men kan være tufter. Må kontrolleres i felt.
- Other research product . 2022NorwegianAuthors:Agder fylkeskommune;Agder fylkeskommune;Publisher: Askeladden
Denne vegen var ein del av ferdsleåra Stavdalen - Verevasstøylen - Fisstøyl - Torsdalen - Fardal.
- Other research product . 2019NorwegianAuthors:Innlandet fylkeskommune;Innlandet fylkeskommune;Publisher: Askeladden
Hestesko middelalder
- Other research product . Other ORP type . 2020Open Access DutchAuthors:Vaessen, R.A. (RAAP Archeologisch Adviesbureau bv); Verhoeven, M.P.F. (RAAP Archeologisch Adviesbureau bv);Vaessen, R.A. (RAAP Archeologisch Adviesbureau bv); Verhoeven, M.P.F. (RAAP Archeologisch Adviesbureau bv);Publisher: RAAP Archeologisch Adviesbureau bv
In het kader van de verbreding van de A58 heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau een update uitgevoerd van twee bureauonderzoeken. De resultaten van beide updates wordt hieronder beschreven. Rapport 3687 - Tilburg/Eindhoven Het onderhavig onderzoek vormt een update van een eerder door Econsultancy uitgevoerd onderzoek in het kader van de verbreding van de A58 tussen Eindhoven en Tilburg (Stiekema, 2015). Het belangrijkste doel hierbij was om na te gaan in hoeverre recente onderzoeken en ontwikkelingen de conclusies uit dit eerdere onderzoek beïnvloeden. Tevens is de archeologische verwachtingskaart op basis van de laatste gegeven geüpdatet. Uit het onderzoek blijkt dat er weinig verschillen zijn waar te nemen ten opzichte van het eerdere bureauonderzoek en de conclusies zijn dan ook over het algemeen vergelijkbaar. Wel is inmiddels duidelijk geworden dat er gekozen wordt om de A58 te verbreden naar 2x3 banen en niet voor een variant van 2x2 rijstroken met een spitsstrook. Hierdoor wordt de kans vergroot dat archeologische waarden in de bodem verstoord worden doordat de grond waarin zich bevinden wordt afgegraven of anderszins wordt geroerd. Op basis van onderhavige update zijn er geen grootschalige aanpassingen nodig aan de conclusies getrokken in het rapport van Econsultancy. Net als in dit eerdere onderzoek wordt geadviseerd om een archeologisch onderzoek uit te voeren in de vorm van verkennende boringen. Zones die reeds als verstoord zijn aangemerkt of al zijn onderzocht zijn vrijgesteld van onderzoek. In het eerdere bureauonderzoek van Econsultancy zijn ook gebieden met een lage archeologische verwachting vrijgesteld van onderzoek. Toch overschrijden de geplande werkzaamheden de ondergrenzen die gelden voor deze categorie, waardoor ook deze gebieden in principe in aanmerking voor onderzoek. In de huidige planontwerp betekent dit dat voor vrijwel het gehele tracé in aanmerking komt voor vervolgonderzoek. Ten aanzien van het beschermde archeologisch monument in de gemeente Oirschot dient de omgang hiermee in samenspraak met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) te worden bepaald. Werkzaamheden in dit gebied zijn namelijk vergunningsplichtig. Door het uitvoeren van het verkennend booronderzoek in een vroege fase van het project kunnen de archeologische risicogebieden in een vroeg stadium in kaart gebracht worden gebracht. Op basis hiervan kan vervolgens niet alleen worden bepaald of archeologisch vervolgonderzoek noodzakelijk is en welke vorm dit onderzoek het beste kan hebben, maar kunnen er, waar mogelijk, eventueel ook aanpassingen aan de ontwerpplannen worden gemaakt waarmee potentiële archeologische resten worden ontzien en waar archeologisch onderzoek dan ook niet meer noodzakelijk is. Bovendien kunnen de gegevens uit het booronderzoek dienen om in een latere fase, wanneer de definitieve plannen en de daarbij horende planning van het project bekend zijn, prioriteit te geven aan bepaalde zones waar archeologisch vervolgonderzoek aan de orde is om zodoende de risico’s van archeologisch onderzoek en eventuele vertragingen die dit kunnen opleveren zowel mogelijk te beperken. Rapport 3889 - Breda In opdracht van Witteveen + Bos Raadgevende ingenieurs B.V. heeft RAAP in mei 2019 een bureaustudie uitgevoerd in het kader van de geplande verbreding van de A58 (InnovA58) ten zuiden van Breda (traject Sint Annabosch-Galder) in de gemeente Breda. Voor het onderzoeksgebied is reeds in een eerder stadium een bureauonderzoek uitgevoerd door Econsultancy. Alhoewel de omvang en diepte van de bodemingrepen nog niet volledig bekend is, kan er gezien de lage ondergrenzen (30 cm & 0 en 100 m²) van worden uitgegaan dat er in de zones met het archeologisch monument van waarde, en een hoge-, middelhoge- en lage verwachting nader onderzoek aan de orde is. Er wordt aangeraden om in alle zones waar volgens het gemeentelijk beleid de ondergrenzen ten aanzien van archeologie worden overschreden een archeologisch onderzoek in de vorm van verkennende boringen uit te voeren in de zones waar werkzaamheden gaan plaatsvinden buiten de huidige wegtracés. In de huidige planontwerp betekent dit dat voor vrijwel het gehele tracé in aanmerking komt voor vervolgonderzoek. De boringen dienen aan weerszijden van de weg om de 50 meter boringen worden gezet met een kleine handmatige boor (Edelmanboor 7 cm en/of zandguts 3 cm). Op bekende vindplaatsen dienen er minstens vijf boringen te worden gezet. Deze boringen hebben tot doel de gaafheid van de bodem, en daarmee de noodzaak tot verder onderzoek, te bepalen. Dit rapport geeft (selectie)adviezen. Het is aan de bevoegde overheid, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, deze al dan niet over te nemen in de vorm van een (selectie)besluit.