- home
- Advanced Search
11,109 Research products, page 1 of 1,111
Loading
- Other research product . Other ORP type . 2020Open Access DutchAuthors:Raad, J.H.M. de (Laagland Archeologie);Raad, J.H.M. de (Laagland Archeologie);Publisher: Laagland Archeologie
Laagland Archeologie heeft in december 2019 en januari 2020 een Inventariserend veldonderzoek - verkennende fase uitgevoerd aan het Fransepad 11 te Blaricum. Het onderzoek vond plaats in verband met de ruimtelijke procedure rondom de renovatie en de vervanging van bijgebouwen In een eerder stadium is een bureauonderzoek uitgevoerd. Het plangebied in de oude kern van Blaricum ligt waarschijnlijk op gordeldekzandwelvingen die tegen de stuwwal van Huizen-Laren aanliggen. Waarschijnlijk bestaat de bodem uit een hoge zwarte enkeerdgrond of haarpodzolgrond zijn, mits deze intact is. Voor de top van het dekzand geldt een verwachting op het aantreffen van resten vanaf het Mesolithicum tot aan de Nieuwe Tijd. In het geval dat er een enkeerdgrond/esdek zich bovenop het dekzand bevindt, kan deze verwachting bijgesteld worden naar het Neolithicum tot Middeleeuwen. Echter is er dan wel een grotere kans dat eventuele archeologische resten onder het dikke plaggendek behoed zijn gebleven voor verstoring. In het geval van een enkeerdgrond zal het esdek een verwachting hebben voor resten vanaf de Middeleeuwen tot aan de Nieuwe Tijd. Dit verwachtingsmodel is getoetst en aangevuld door middel van verkennend booronderzoek. Het verkennende booronderzoek heeft tot doel het verwachtingsmodel te toetsen en zonodig aan te vullen. Hiertoe zijn verspreid over het toegankelijke deel van het plangebied verkennende boringen gezet. In dit stadium is verkennend booronderzoek de meest efficiënte onderzoekswijze om de archeologische potentie van het plangebied in kaart te brengen. Op basis van het uitgevoerde booronderzoek is de kans hoog dat het plangebied archeologische sporen bevat. Al dan niet onder dunne ophogingen is een onverstoorde enkeerdgrond aanwezig op een onverstoorde ondergrond. Om die reden is de archeologische verwachting voor vindplaatsen vanaf het Neolithicum tot Nieuwe tijd hoog. Vanwege het ontbreken van andere bodemhorizonten is de archeologische verwachting voor steentijdvindplaatsen laag. Op basis van de onderzoeksresultaten wordt nader archeologisch onderzoek geadviseerd conform protocol 4003 IVO (landbodems). Gelet op de te verwachten prospectiekenmerken, prospecteerbaarheid van een eventuele vindplaats en dat de voorziene werkzaamheden (de aanleg van onderkelderingen) inpandig worden uitgevoerd wordt geadviseerd dit vervolgonderzoek uit te voeren in de vorm van een archeologische begeleiding conform de KNA Leidraad Inventariserend Veldonderzoek Deel: Proefsleuvenonderzoek (IVO-P variant archeologische begeleiding). De implementatie van dit advies is in handen van de gemeente Blaricum, hierin vertegenwoordigd door de archeologisch adviseur van de gemeente, mevrouw E. van Rooijen (NMF Erfgoedadvies).
- Research software . 2019Open Access EnglishAuthors:Sherratt, Tim;Sherratt, Tim;Publisher: Zenodo
The National Museum of Australia provides access to its collection data through an API. As well as collection items, data is available for parties, places, media, and more. The notebooks in this repository give examples of harvesting, analysing, and visualising data from the NMA collection.
Average popularityAverage popularity In bottom 99%Average influencePopularity: Citation-based measure reflecting the current impact.Average influence In bottom 99%Influence: Citation-based measure reflecting the total impact.add Add to ORCIDPlease grant OpenAIRE to access and update your ORCID works.This Research product is the result of merged Research products in OpenAIRE.
You have already added works in your ORCID record related to the merged Research product. - Other research product . Other ORP type . 2020Open Access DutchAuthors:Breda, W. van (ADC ArcheoProjecten); Lil, R. van (ADC ArcheoProjecten); Holl, J. (ADC ArcheoProjecten);Breda, W. van (ADC ArcheoProjecten); Lil, R. van (ADC ArcheoProjecten); Holl, J. (ADC ArcheoProjecten);Publisher: ADC ArcheoProjecten
In opdracht van Plangroep Heggen b.v. heeft ADC ArcheoProjecten een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Den Roover in Reuver (gemeente Beesel). Het plangebied zal opnieuw ingericht worden. Hiervoor wordt het gebied deels bebouwd en deels opnieuw bestraat worden. Het onderzoek was noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast.Het bureauonderzoek heeft uitgewezen dat in het plangebied archeologische resten uit alle archeologische perioden verwacht kunnen worden. De kans op het voorkomen van resten is hoog indien de bodem onverstoord is. Dit geldt vooral voor grondsporen.Tijdens het booronderzoek is een intact esdek aangetroffen. Door de aanwezigheid van een intact esdek is er een reële kans dat zich archeologische resten vanaf de prehistorie in de bodem kunnen bevinden. Door het feit dat het plangebied zich in een zone bevindt met een hoge archeologische verwachting, en het feit dat in de directe omgeving archeologische resten zijnaangetroffen, wordt deze verwachting ondersteund. Ook ter plaatse van de voormaligebebouwing is het archeologische niveau, ter plaatse van de uitgevoerde grondboringen, intact.ADC ArcheoProjecten adviseert om op de plaatsen waar nieuwbouw zal plaatsvinden een inventariserend veldonderzoek uit te voeren door middel van het aanleggen van proefsleuven (IVO-P), teneinde gaafheid, omvang, datering en conservering van archeologische resten te onderzoeken.
- Other research product . Other ORP type . 2022Open Access DutchAuthors:Roodenburg, F. (BvA: Bureau voor Archeologie);Roodenburg, F. (BvA: Bureau voor Archeologie);Publisher: Bureau voor Archeologie
Bureau voor Archeologie heeft een bureau- en inventariserend veldonderzoek in de vorm van boringen uitgevoerd aan de Tussenlanen 41 te Bergambacht.
- Other research product . Other ORP type . 2020Open Access DutchAuthors:Labiau, G. (ADC ArcheoProjecten);Labiau, G. (ADC ArcheoProjecten);Publisher: ADC ArcheoProjecten
In opdracht van de gemeente Middelburg heeft ADC ArcheoProjecten een Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van proefsleuven (IVO-P) uitgevoerd aan de Singelweg te Sint-Laurens (AMK-terrein 11327). Het doel van het onderzoek is het evalueren en waarderen van aanwezige archeologische resten binnen het plangebied. Aan de hand daarvan wordt een advies uitgebracht ten behoeve van de behoudenswaardigheid van dit terrein. Het onderzoeksgebied aan de Singelweg te Sint-Laurens betreft een terrein dat op de AMK is aangeduid als zijnde van hoge archeologische waarde. Gebaseerd op indirecte historische en archeologische gegevens wordt hier de ondergrondse aanwezigheid van resten van een Middeleeuwse vliedberg (kasteelberg met defensieve functie) vermoed. Tijdens het onderzoek zijn drie proefsleuven aangelegd in kruisvorm. Deze hebben sporen uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe Tijd opgeleverd in de vorm van (brand-)kuilen en een beekloop. Een grote hoeveelheid verkleuringen in de vorm van onduidelijke vlekken kon als recente verstoring afgeschreven worden. Resten van een Laat Middeleeuwse vliedberg werden niet aangetroffen.De enige duidelijke sporen die in de richting van een middeleeuwse vindplaats wijzen zijn een kuil en een greppel in de zuidelijke zone van het plangebied (vindplaats 1). In het noorden van het plangebied werd onder meer een Nieuwe tijd brandkuil aangetroffen. Deze vormt een indicatie voor de aanwezigheid van een Nieuwe tijd vindplaats in deze zone van het plangebied (vindplaats 2).Deze vindplaats kan gekoppeld worden aan de kaart van Hattinga uit 1750 waarop op deze locatie een boerderij staat aangeduid. Het is duidelijk dat verder onderzoek de mogelijkheid kan bieden om de huidige kennis van het middeleeuwse verleden van Sint-Laurens uit te breiden. Aangezien vooralsnog onduidelijk is wat de begrenzing is van de zuidelijke vindplaats (vindplaats 1) wordt er geadviseerd om een aanvullend proefsleuvenonderzoek uit te voeren in deze zone van het plangebied. Verder onderzoek naar de Nieuwe Tijd boerderij in het noorden van het plangebied wordt niet geadviseerd.
- Other research product . Other ORP type . 2021Open Access DutchAuthors:Melman, J.G.E. (Transect);Melman, J.G.E. (Transect);Publisher: Data Archiving and Networked Services (DANS)
In november 2018 is een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd in een plangebied aan de Burgemeester A. van Walsumlaan 200 in Vlaardingen (gemeente Vlaardingen). De aanleiding voor het onderzoek is de aanvraag van een omgevingsvergunning die de sloop van de huidige bebouwing en de realisatie van een nieuwe woning met kelder in het plangebied mogelijk moet maken. Bij de voorgenomen werkzaamheden zal grondverzet plaatsvinden, waardoor de oorspronkelijke bodem en daarmee eventueel aanwezige archeologische resten in het gebied kunnen worden verstoord. In het plangebied geldt in het vigerende bestemmingsplan ‘Babberspolder-oost (2012)’ een dubbelbestemming Waarde - Archeologie 2. Hiervoor geldt dat archeologisch onderzoek noodzakelijk is bij bodemingrepen groter dan 50 m2 en dieper dan 30 cm -Mv. Dit betekent dat gezien de aard van de voorgenomen bouwplannen archeologisch vooronderzoek nodig is. Op basis van de veldonderzoek is vastgesteld dat binnen 4,30 m -Mv het plangebied een lage archeologische verwachting heeft op de aanwezigheid van resten uit de periode Neolithicum en Late Middeleeuwen. Er is geconstateerd dat in het plangebied een circa 1,6 tot 2,5 m dik opgebracht of -gespoten zandpakket aanwezig is waaronder klei- en veenafzettingen aanwezig zijn. Gezien het feit dat het veen niet veraard is, wordt verwacht dat het plangebied destijds te nat is geweest voor bewoning en/of andere vormen van landgebruik. Indien er archeologische resten aanwezig zijn in het kleipakket, zijn deze door de druk van het ophogingspakket dermate verstoord dat deze niet meer intact zullen zijn.
- Other research product . Other ORP type . 2021Open Access DutchAuthors:Kort, J.W. de (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed); Lascaris, M.A. (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed); Doesburg, J. van (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed); Roorda, I. (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed); Theunissen, L. (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed); Rensink, E. (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed);Kort, J.W. de (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed); Lascaris, M.A. (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed); Doesburg, J. van (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed); Roorda, I. (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed); Theunissen, L. (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed); Rensink, E. (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed);Publisher: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Het heidegebied tussen Bussum, Laren en Hilversum kenmerkt zich door een uitzonderlijke cultuurhistorische rijkdom in de vorm van allerlei archeologische vindplaatsen en relicten uit verschillende perioden vanaf de vroege prehistorie tot en met de nieuwste tijd. Deze rijkdom is zonder twijfel mede gevolg van het feit dat de grootschalige heideontginningen en -bebossingen van de negentiende en twintigste eeuw vrijwel geheel aan het gebied voorbij zijn gegaan. De meeste cultuurhistorische waarden liggen verborgen vlak onder het maaiveld, maar een aantal ervan is goed herkenbaar in het veld of op gedetailleerde hoogtekaarten zoals het Actuele Hoogtebestand Nederland. Het gaat daarbij bijvoorbeeld over de prominent zichtbare en bij veel mensen bekende grafheuvels. Eveneens redelijk tot goed herkenbaar zijn vier omgreppelde vierhoekige omwallingen, in de volksmond vaak als schapenkampen aangeduid. Deze meten omstreeks 90 bij 90 meter en liggen op de Wester- en Zuiderheide. Ondanks dat deze walstructuren al vanaf de negentiende eeuw kunnen rekenen op de warme belangstelling van archeologen en (amateur)historici en het om archeologische rijksmonumenten gaat, is tot dusver nauwelijks bekend waar ze voor dienden, hoe oud ze zijn, door wie en hoe ze zijn aangelegd. De heide waarop ze liggen is eigendom van de stichting Goois Natuurreservaat. Momenteel speelt de vraag of reconstructie of herstel en gebruik van de walstructuren mogelijk is. Op basis van een begin jaren negentig van de vorige eeuw uitgevoerde cultuurhistorische inventarisatie wordt verondersteld dat de omwallingen dienden als schapenkamp en dateren uit het begin van de zeventiende eeuw. Uit voorliggend bureauonderzoek – waarin zowel gebruik is gemaakt van na 1992 verschenen publicaties als van tal van oudere en jongere landkaarten – blijkt echter dat zowel bij de veronderstelde functie als de datering vraagtekens kunnen worden gezet. De ’kampjes‘ kunnen even goed met een ander doel zijn aangelegd. De Gooise heide is eeuwenlang intensief gebruikt, niet alleen voor aan de landbouw gerelateerde zaken, zoals het weiden van schapen en runderen en het steken van heideplaggen, maar ook als winplaats voor grote hoeveelheden zand en grind. Verder vonden er verschillende oorlogshandelingen plaats en is het gebied lange tijd gebruikt als militair oefenterrein. Om meer helderheid te verschaffen over de functie, conservering en datering van de kampjes, en inzicht te krijgen in de constructie van de omwallingen en greppels, heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in overleg met het Goois Natuurreservaat besloten om op één van de kampjes, het Eerste Larense kamp, door middel van een archeologisch veldonderzoek te onderzoeken. Het onderzoek bestaat uit een booronderzoek, gecombineerd met een oppervlaktekarting en systematisch metaaldetectie-onderzoek. Indien de resultaten hiertoe aanleiding geven, zullen aansluitend daarop enkele proefsleuven worden gegraven.
- Other research product . Other ORP type . 2021Open Access DutchAuthors:Rap, J. (Transect);Rap, J. (Transect);Publisher: Data Archiving and Networked Services (DANS)
In november 2018 is een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd voor een plangebied aan de Amsterdamseweg 413 in Amstelveen (gemeente Amstelveen). De aanleiding van het onderzoek vormt de voorgenomen bouw van een nieuw pand voorzien van een kelder, waarvoor een omgevingsvergunning moet worden verleend. Volgens de gemeentelijke beleidskaart ligt het plangebied in een gebied van hoge archeologische waarde. Het plangebied heeft een dubbelbestemming Waarde – Archeologie 1. Hiervoor geldt dat bij plannen die groter zijn dan 50 m² en dieper reiken dan 30 cm Mv een archeologisch onderzoek noodzakelijk is. Door de graafwerkzaamheden die zullen plaatsvinden zal de bodem dieper dan 30 cm -Mv verstoord worden. Het plangebied heeft een omvang van circa 180 m2. Dit betekent dat gezien de omvang van de voorgenomen bodemingrepen archeologisch vooronderzoek nodig is. Conclusie Uit het archeologisch bureauonderzoek is gebleken dat de hoge verwachting op het aantreffen van archeologische waarden voor het plangebied kan worden bijgesteld naar een lage verwachting. Op basis van de landschappelijke en historische ontwikkeling slechts een verwachting had op het aantreffen van archeologische waarden uit de Late Middeleeuwen tot en met de Nieuwe tijd, hieraan voorafgaand heeft het plangebied te ongunstige omstandigheden gekend voor bewoning. Op basis van het geraadpleegde kaartmateriaal wordt bovendien duidelijk dat het plangebied pas bebouwd is geraakt vanaf 1936. Door werkzaamheden ter voorbereiding van de bouw van deze woning of door de aanleg van de Amsterdamseweg ten zuiden van het plangebied is de ondergrond verstoord geraakt tot een diepte van 2,0 tot 2,2 m -Mv. Hierdoor is geen sprake meer van een intacte archeologisch relevant niveau in de top van het veen. Het is daarom onwaarschijnlijk dat de voorgenomen ingrepen in het plangebied, de aanleg van een kelder, zullen zorgen voor een bedreiging van archeologische waarden.
- Other research product . Other ORP type . 2022DutchAuthors:Kalisvaart, C.C. (BAAC bv);Kalisvaart, C.C. (BAAC bv);Publisher: Data Archiving and Networked Services (DANS)
Rapportage van het archeologisch booronderzoek aan de Hustenweg ter voorbereiding van de aanleg van een poel.
- Other research product . Other ORP type . 2022Open Access DutchAuthors:Boer, A. de (Bureau voor Archeologie);Boer, A. de (Bureau voor Archeologie);Publisher: Data Archiving and Networked Services (DANS)
Bureau voor Archeologie heeft een bureau- en inventariserend veldonderzoek in de vorm van boringen uitgevoerd aan de Zandoerle 40 te Veldhoven.
11,109 Research products, page 1 of 1,111
Loading
- Other research product . Other ORP type . 2020Open Access DutchAuthors:Raad, J.H.M. de (Laagland Archeologie);Raad, J.H.M. de (Laagland Archeologie);Publisher: Laagland Archeologie
Laagland Archeologie heeft in december 2019 en januari 2020 een Inventariserend veldonderzoek - verkennende fase uitgevoerd aan het Fransepad 11 te Blaricum. Het onderzoek vond plaats in verband met de ruimtelijke procedure rondom de renovatie en de vervanging van bijgebouwen In een eerder stadium is een bureauonderzoek uitgevoerd. Het plangebied in de oude kern van Blaricum ligt waarschijnlijk op gordeldekzandwelvingen die tegen de stuwwal van Huizen-Laren aanliggen. Waarschijnlijk bestaat de bodem uit een hoge zwarte enkeerdgrond of haarpodzolgrond zijn, mits deze intact is. Voor de top van het dekzand geldt een verwachting op het aantreffen van resten vanaf het Mesolithicum tot aan de Nieuwe Tijd. In het geval dat er een enkeerdgrond/esdek zich bovenop het dekzand bevindt, kan deze verwachting bijgesteld worden naar het Neolithicum tot Middeleeuwen. Echter is er dan wel een grotere kans dat eventuele archeologische resten onder het dikke plaggendek behoed zijn gebleven voor verstoring. In het geval van een enkeerdgrond zal het esdek een verwachting hebben voor resten vanaf de Middeleeuwen tot aan de Nieuwe Tijd. Dit verwachtingsmodel is getoetst en aangevuld door middel van verkennend booronderzoek. Het verkennende booronderzoek heeft tot doel het verwachtingsmodel te toetsen en zonodig aan te vullen. Hiertoe zijn verspreid over het toegankelijke deel van het plangebied verkennende boringen gezet. In dit stadium is verkennend booronderzoek de meest efficiënte onderzoekswijze om de archeologische potentie van het plangebied in kaart te brengen. Op basis van het uitgevoerde booronderzoek is de kans hoog dat het plangebied archeologische sporen bevat. Al dan niet onder dunne ophogingen is een onverstoorde enkeerdgrond aanwezig op een onverstoorde ondergrond. Om die reden is de archeologische verwachting voor vindplaatsen vanaf het Neolithicum tot Nieuwe tijd hoog. Vanwege het ontbreken van andere bodemhorizonten is de archeologische verwachting voor steentijdvindplaatsen laag. Op basis van de onderzoeksresultaten wordt nader archeologisch onderzoek geadviseerd conform protocol 4003 IVO (landbodems). Gelet op de te verwachten prospectiekenmerken, prospecteerbaarheid van een eventuele vindplaats en dat de voorziene werkzaamheden (de aanleg van onderkelderingen) inpandig worden uitgevoerd wordt geadviseerd dit vervolgonderzoek uit te voeren in de vorm van een archeologische begeleiding conform de KNA Leidraad Inventariserend Veldonderzoek Deel: Proefsleuvenonderzoek (IVO-P variant archeologische begeleiding). De implementatie van dit advies is in handen van de gemeente Blaricum, hierin vertegenwoordigd door de archeologisch adviseur van de gemeente, mevrouw E. van Rooijen (NMF Erfgoedadvies).
- Research software . 2019Open Access EnglishAuthors:Sherratt, Tim;Sherratt, Tim;Publisher: Zenodo
The National Museum of Australia provides access to its collection data through an API. As well as collection items, data is available for parties, places, media, and more. The notebooks in this repository give examples of harvesting, analysing, and visualising data from the NMA collection.
Average popularityAverage popularity In bottom 99%Average influencePopularity: Citation-based measure reflecting the current impact.Average influence In bottom 99%Influence: Citation-based measure reflecting the total impact.add Add to ORCIDPlease grant OpenAIRE to access and update your ORCID works.This Research product is the result of merged Research products in OpenAIRE.
You have already added works in your ORCID record related to the merged Research product. - Other research product . Other ORP type . 2020Open Access DutchAuthors:Breda, W. van (ADC ArcheoProjecten); Lil, R. van (ADC ArcheoProjecten); Holl, J. (ADC ArcheoProjecten);Breda, W. van (ADC ArcheoProjecten); Lil, R. van (ADC ArcheoProjecten); Holl, J. (ADC ArcheoProjecten);Publisher: ADC ArcheoProjecten
In opdracht van Plangroep Heggen b.v. heeft ADC ArcheoProjecten een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Den Roover in Reuver (gemeente Beesel). Het plangebied zal opnieuw ingericht worden. Hiervoor wordt het gebied deels bebouwd en deels opnieuw bestraat worden. Het onderzoek was noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast.Het bureauonderzoek heeft uitgewezen dat in het plangebied archeologische resten uit alle archeologische perioden verwacht kunnen worden. De kans op het voorkomen van resten is hoog indien de bodem onverstoord is. Dit geldt vooral voor grondsporen.Tijdens het booronderzoek is een intact esdek aangetroffen. Door de aanwezigheid van een intact esdek is er een reële kans dat zich archeologische resten vanaf de prehistorie in de bodem kunnen bevinden. Door het feit dat het plangebied zich in een zone bevindt met een hoge archeologische verwachting, en het feit dat in de directe omgeving archeologische resten zijnaangetroffen, wordt deze verwachting ondersteund. Ook ter plaatse van de voormaligebebouwing is het archeologische niveau, ter plaatse van de uitgevoerde grondboringen, intact.ADC ArcheoProjecten adviseert om op de plaatsen waar nieuwbouw zal plaatsvinden een inventariserend veldonderzoek uit te voeren door middel van het aanleggen van proefsleuven (IVO-P), teneinde gaafheid, omvang, datering en conservering van archeologische resten te onderzoeken.
- Other research product . Other ORP type . 2022Open Access DutchAuthors:Roodenburg, F. (BvA: Bureau voor Archeologie);Roodenburg, F. (BvA: Bureau voor Archeologie);Publisher: Bureau voor Archeologie
Bureau voor Archeologie heeft een bureau- en inventariserend veldonderzoek in de vorm van boringen uitgevoerd aan de Tussenlanen 41 te Bergambacht.
- Other research product . Other ORP type . 2020Open Access DutchAuthors:Labiau, G. (ADC ArcheoProjecten);Labiau, G. (ADC ArcheoProjecten);Publisher: ADC ArcheoProjecten
In opdracht van de gemeente Middelburg heeft ADC ArcheoProjecten een Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van proefsleuven (IVO-P) uitgevoerd aan de Singelweg te Sint-Laurens (AMK-terrein 11327). Het doel van het onderzoek is het evalueren en waarderen van aanwezige archeologische resten binnen het plangebied. Aan de hand daarvan wordt een advies uitgebracht ten behoeve van de behoudenswaardigheid van dit terrein. Het onderzoeksgebied aan de Singelweg te Sint-Laurens betreft een terrein dat op de AMK is aangeduid als zijnde van hoge archeologische waarde. Gebaseerd op indirecte historische en archeologische gegevens wordt hier de ondergrondse aanwezigheid van resten van een Middeleeuwse vliedberg (kasteelberg met defensieve functie) vermoed. Tijdens het onderzoek zijn drie proefsleuven aangelegd in kruisvorm. Deze hebben sporen uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe Tijd opgeleverd in de vorm van (brand-)kuilen en een beekloop. Een grote hoeveelheid verkleuringen in de vorm van onduidelijke vlekken kon als recente verstoring afgeschreven worden. Resten van een Laat Middeleeuwse vliedberg werden niet aangetroffen.De enige duidelijke sporen die in de richting van een middeleeuwse vindplaats wijzen zijn een kuil en een greppel in de zuidelijke zone van het plangebied (vindplaats 1). In het noorden van het plangebied werd onder meer een Nieuwe tijd brandkuil aangetroffen. Deze vormt een indicatie voor de aanwezigheid van een Nieuwe tijd vindplaats in deze zone van het plangebied (vindplaats 2).Deze vindplaats kan gekoppeld worden aan de kaart van Hattinga uit 1750 waarop op deze locatie een boerderij staat aangeduid. Het is duidelijk dat verder onderzoek de mogelijkheid kan bieden om de huidige kennis van het middeleeuwse verleden van Sint-Laurens uit te breiden. Aangezien vooralsnog onduidelijk is wat de begrenzing is van de zuidelijke vindplaats (vindplaats 1) wordt er geadviseerd om een aanvullend proefsleuvenonderzoek uit te voeren in deze zone van het plangebied. Verder onderzoek naar de Nieuwe Tijd boerderij in het noorden van het plangebied wordt niet geadviseerd.
- Other research product . Other ORP type . 2021Open Access DutchAuthors:Melman, J.G.E. (Transect);Melman, J.G.E. (Transect);Publisher: Data Archiving and Networked Services (DANS)
In november 2018 is een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd in een plangebied aan de Burgemeester A. van Walsumlaan 200 in Vlaardingen (gemeente Vlaardingen). De aanleiding voor het onderzoek is de aanvraag van een omgevingsvergunning die de sloop van de huidige bebouwing en de realisatie van een nieuwe woning met kelder in het plangebied mogelijk moet maken. Bij de voorgenomen werkzaamheden zal grondverzet plaatsvinden, waardoor de oorspronkelijke bodem en daarmee eventueel aanwezige archeologische resten in het gebied kunnen worden verstoord. In het plangebied geldt in het vigerende bestemmingsplan ‘Babberspolder-oost (2012)’ een dubbelbestemming Waarde - Archeologie 2. Hiervoor geldt dat archeologisch onderzoek noodzakelijk is bij bodemingrepen groter dan 50 m2 en dieper dan 30 cm -Mv. Dit betekent dat gezien de aard van de voorgenomen bouwplannen archeologisch vooronderzoek nodig is. Op basis van de veldonderzoek is vastgesteld dat binnen 4,30 m -Mv het plangebied een lage archeologische verwachting heeft op de aanwezigheid van resten uit de periode Neolithicum en Late Middeleeuwen. Er is geconstateerd dat in het plangebied een circa 1,6 tot 2,5 m dik opgebracht of -gespoten zandpakket aanwezig is waaronder klei- en veenafzettingen aanwezig zijn. Gezien het feit dat het veen niet veraard is, wordt verwacht dat het plangebied destijds te nat is geweest voor bewoning en/of andere vormen van landgebruik. Indien er archeologische resten aanwezig zijn in het kleipakket, zijn deze door de druk van het ophogingspakket dermate verstoord dat deze niet meer intact zullen zijn.
- Other research product . Other ORP type . 2021Open Access DutchAuthors:Kort, J.W. de (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed); Lascaris, M.A. (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed); Doesburg, J. van (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed); Roorda, I. (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed); Theunissen, L. (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed); Rensink, E. (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed);Kort, J.W. de (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed); Lascaris, M.A. (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed); Doesburg, J. van (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed); Roorda, I. (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed); Theunissen, L. (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed); Rensink, E. (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed);Publisher: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Het heidegebied tussen Bussum, Laren en Hilversum kenmerkt zich door een uitzonderlijke cultuurhistorische rijkdom in de vorm van allerlei archeologische vindplaatsen en relicten uit verschillende perioden vanaf de vroege prehistorie tot en met de nieuwste tijd. Deze rijkdom is zonder twijfel mede gevolg van het feit dat de grootschalige heideontginningen en -bebossingen van de negentiende en twintigste eeuw vrijwel geheel aan het gebied voorbij zijn gegaan. De meeste cultuurhistorische waarden liggen verborgen vlak onder het maaiveld, maar een aantal ervan is goed herkenbaar in het veld of op gedetailleerde hoogtekaarten zoals het Actuele Hoogtebestand Nederland. Het gaat daarbij bijvoorbeeld over de prominent zichtbare en bij veel mensen bekende grafheuvels. Eveneens redelijk tot goed herkenbaar zijn vier omgreppelde vierhoekige omwallingen, in de volksmond vaak als schapenkampen aangeduid. Deze meten omstreeks 90 bij 90 meter en liggen op de Wester- en Zuiderheide. Ondanks dat deze walstructuren al vanaf de negentiende eeuw kunnen rekenen op de warme belangstelling van archeologen en (amateur)historici en het om archeologische rijksmonumenten gaat, is tot dusver nauwelijks bekend waar ze voor dienden, hoe oud ze zijn, door wie en hoe ze zijn aangelegd. De heide waarop ze liggen is eigendom van de stichting Goois Natuurreservaat. Momenteel speelt de vraag of reconstructie of herstel en gebruik van de walstructuren mogelijk is. Op basis van een begin jaren negentig van de vorige eeuw uitgevoerde cultuurhistorische inventarisatie wordt verondersteld dat de omwallingen dienden als schapenkamp en dateren uit het begin van de zeventiende eeuw. Uit voorliggend bureauonderzoek – waarin zowel gebruik is gemaakt van na 1992 verschenen publicaties als van tal van oudere en jongere landkaarten – blijkt echter dat zowel bij de veronderstelde functie als de datering vraagtekens kunnen worden gezet. De ’kampjes‘ kunnen even goed met een ander doel zijn aangelegd. De Gooise heide is eeuwenlang intensief gebruikt, niet alleen voor aan de landbouw gerelateerde zaken, zoals het weiden van schapen en runderen en het steken van heideplaggen, maar ook als winplaats voor grote hoeveelheden zand en grind. Verder vonden er verschillende oorlogshandelingen plaats en is het gebied lange tijd gebruikt als militair oefenterrein. Om meer helderheid te verschaffen over de functie, conservering en datering van de kampjes, en inzicht te krijgen in de constructie van de omwallingen en greppels, heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in overleg met het Goois Natuurreservaat besloten om op één van de kampjes, het Eerste Larense kamp, door middel van een archeologisch veldonderzoek te onderzoeken. Het onderzoek bestaat uit een booronderzoek, gecombineerd met een oppervlaktekarting en systematisch metaaldetectie-onderzoek. Indien de resultaten hiertoe aanleiding geven, zullen aansluitend daarop enkele proefsleuven worden gegraven.
- Other research product . Other ORP type . 2021Open Access DutchAuthors:Rap, J. (Transect);Rap, J. (Transect);Publisher: Data Archiving and Networked Services (DANS)
In november 2018 is een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd voor een plangebied aan de Amsterdamseweg 413 in Amstelveen (gemeente Amstelveen). De aanleiding van het onderzoek vormt de voorgenomen bouw van een nieuw pand voorzien van een kelder, waarvoor een omgevingsvergunning moet worden verleend. Volgens de gemeentelijke beleidskaart ligt het plangebied in een gebied van hoge archeologische waarde. Het plangebied heeft een dubbelbestemming Waarde – Archeologie 1. Hiervoor geldt dat bij plannen die groter zijn dan 50 m² en dieper reiken dan 30 cm Mv een archeologisch onderzoek noodzakelijk is. Door de graafwerkzaamheden die zullen plaatsvinden zal de bodem dieper dan 30 cm -Mv verstoord worden. Het plangebied heeft een omvang van circa 180 m2. Dit betekent dat gezien de omvang van de voorgenomen bodemingrepen archeologisch vooronderzoek nodig is. Conclusie Uit het archeologisch bureauonderzoek is gebleken dat de hoge verwachting op het aantreffen van archeologische waarden voor het plangebied kan worden bijgesteld naar een lage verwachting. Op basis van de landschappelijke en historische ontwikkeling slechts een verwachting had op het aantreffen van archeologische waarden uit de Late Middeleeuwen tot en met de Nieuwe tijd, hieraan voorafgaand heeft het plangebied te ongunstige omstandigheden gekend voor bewoning. Op basis van het geraadpleegde kaartmateriaal wordt bovendien duidelijk dat het plangebied pas bebouwd is geraakt vanaf 1936. Door werkzaamheden ter voorbereiding van de bouw van deze woning of door de aanleg van de Amsterdamseweg ten zuiden van het plangebied is de ondergrond verstoord geraakt tot een diepte van 2,0 tot 2,2 m -Mv. Hierdoor is geen sprake meer van een intacte archeologisch relevant niveau in de top van het veen. Het is daarom onwaarschijnlijk dat de voorgenomen ingrepen in het plangebied, de aanleg van een kelder, zullen zorgen voor een bedreiging van archeologische waarden.
- Other research product . Other ORP type . 2022DutchAuthors:Kalisvaart, C.C. (BAAC bv);Kalisvaart, C.C. (BAAC bv);Publisher: Data Archiving and Networked Services (DANS)
Rapportage van het archeologisch booronderzoek aan de Hustenweg ter voorbereiding van de aanleg van een poel.
- Other research product . Other ORP type . 2022Open Access DutchAuthors:Boer, A. de (Bureau voor Archeologie);Boer, A. de (Bureau voor Archeologie);Publisher: Data Archiving and Networked Services (DANS)
Bureau voor Archeologie heeft een bureau- en inventariserend veldonderzoek in de vorm van boringen uitgevoerd aan de Zandoerle 40 te Veldhoven.