Advanced search in Research products
Research products
arrow_drop_down
Searching FieldsTerms
Any field
arrow_drop_down
includes
arrow_drop_down
Include:
The following results are related to Digital Humanities and Cultural Heritage. Are you interested to view more results? Visit OpenAIRE - Explore.
103,260 Research products, page 1 of 10,326

  • Digital Humanities and Cultural Heritage
  • Research data
  • Research software
  • 2014-2023
  • Open Access
  • NARCIS
  • 4TU.Centre for Research Data
  • Digital Humanities and Cultural Heritage

10
arrow_drop_down
Date (most recent)
arrow_drop_down
  • Open Access
    Authors: 
    Jong, C. De;
    Publisher: Data Archiving and Networked Services (DANS)
    Country: Netherlands

    Bureau voor Archeologie heeft een bureauonderzoek uitgevoerd voor sloop- en bouwwerkzaamheden aan de Westwagenstraat 14 te Gorinchem. </br> De natuurlijke ondergrond bestaat uit komafzettingen van de Linge en Merwede. Vermoedelijk liggen hier (historische) ophooglagen op met een totale dikte van 2 tot 3 m dik. </br> Het plangebied ligt in de historische kern van Gorinchem. Vermoedelijk is Gorinchem in de 11e eeuw ontstaan. 16e eeuws kaartmateriaal laat zien dat langs de Westwagenstraat aaneensluitende bebouwing staat. Achter de bebouwing liggen tuinen. In 1752 worden twee woningen aangekocht en ingericht als armenhuis. Direct ten noordwesten van het plangebied heeft een 17e of 18e eeuwse schuilkerk gestaan, die mogelijk deels in het noordelijke deel van het plangebied heeft gelegen. Aan het begin van de 19e eeuw is het plangebied bijna volledig bebouwd. Het voormalige armenhuis wordt in 1976 omgebouwd tot discotheek en uitgebreid. Hieronder liggen kelders waarvan de onderkant op ongeveer 210 cm -mv ligt. In 1984 wordt de begane grond omgebouwd tot winkel. </br> In de omgeving van het plangebied zijn archeologische onderzoeken uitgevoerd waarbij resten uit de 13e eeuw en later zijn aangetroffen. </br> In het plangebied kunnen daarom archeologische resten, gerelateerd aan bewoning in de stad Gorinchem, aanwezig zijn in ophogingslagen daterend uit de 11e eeuw en later. Het pakket van ophooglagen is vermoedelijk 2 tot 3 m dik. In het noorden van het plangebied wordt de bebouwing gesloopt en worden nieuwe woningen gebouwd. Hier kunnen eventuele archeologische waarden worden vergraven tijdens de sloop- en bouwwerkzaamheden. </br> Omdat het plangebied reeds bebouwd is en het archeologische niveau waarschijnlijk direct hieronder ligt, wordt geadviseerd om de ondergrondse sloop in het noorden van het plangebied archeologische te begeleiden. Hiermee kunnen eventuele archeologische resten gekarteerd en gewaardeerd worden. Aanbevolen wordt om na de sloopbegeleiding een proefsleuvenonderzoek uit te laten voeren in die delen van het plangebied waar voor de realisatie van het bouwplan gegraven moet worden dieper dan bij de sloop, of buiten het reeds gesloopte vlak. Aanbevolen wordt ten slotte om dit proefsleuvenonderzoek te laten vervallen als uit de sloopbegeleiding en evaluatie daarvan, in overleg met het bevoegd gezag, blijkt dat geen behoudenswaardige resten meer worden verwacht. </br> De werkwijze van het onderzoek dient vastgelegd te worden in een door de bevoegde overheid goed te keuren Programma van Eisen (PvE).

  • Open Access English
    Authors: 
    Portable Antiquities Of The Netherlands;
    Publisher: DANS/KNAW
    Country: Netherlands

    This find is registered at Portable Antiquities of the Netherlands with number PAN-00122324

  • Open Access English
    Authors: 
    Portable Antiquities Of The Netherlands;
    Publisher: DANS/KNAW
    Country: Netherlands

    This find is registered at Portable Antiquities of the Netherlands with number PAN-00031174

  • Open Access Dutch; Flemish
    Authors: 
    Beckers, I;
    Country: Netherlands

    Synthegra B.V. heeft in opdracht van Kubiek Ruimtelijke Plannen in november 2021 een archeologisch Inventariserend Veldonderzoek door middel van proefsleuven1 uitgevoerd op een terrein aan de Prins Bernhardlaan 1 te Puttershoek (afbeelding 1). De aanleiding is planontwikkeling met het oog op woningbouw. De diepte van de toekomstige bodemverstoring is vastgesteld op circa 1 meter beneden maaiveld. De bodem zal tot in het archeologisch niveau worden verstoord. Eventueel aanwezige archeologische waarden kunnen daarbij verloren gaan. Synthegra B.V. heeft in opdracht van Kubiek Ruimtelijke Plannen in november 2021 een archeologisch Inventariserend Veldonderzoek door middel van proefsleuven1 uitgevoerd op een terrein aan de Prins Bernhardlaan 1 te Puttershoek (afbeelding 1). De aanleiding is planontwikkeling met het oog op woningbouw. De diepte van de toekomstige bodemverstoring is vastgesteld op circa 1 meter beneden maaiveld. De bodem zal tot in het archeologisch niveau worden verstoord. Eventueel aanwezige archeologische waarden kunnen daarbij verloren gaan. Doelstelling Het doel van het inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven is het aanvullen en toetsen van de gespecificeerde verwachting, zoals geformuleerd in het bureau- en booronderzoek (zie hoofdstuk 2). Dit omvat het vaststellen van de aan- of afwezigheid, de aard, het karakter, de omvang, de datering, de gaafheid, de conservering en de inhoudelijke kwaliteit van de archeologische waarden.2 Het resultaat is een rapport met een waardering en een inhoudelijk (selectie-)advies, aan de hand waarvan een beleidsbeslissing (meestal een selectiebesluit) genomen kan worden. Resultaten Er zijn resten uit de 17e/18e eeuw aangetroffen onder een dik ophogingspakket van circa 70 centimeter. Het betreft hier qua sporen een aantal paalgaten, een aantal muurresten, uitbraaksleuven, een poer, een stuk beschoeiing en een klein restant van een greppel. Van de muurresten, uitbraaksleuven, poer en greppels waren nog maar 10 tot 15 centimeter aanwezig onder het opgebrachte pakket. Een serie bij elkaar gelegen paalgaten die geen duidelijke structuur voorstelden, reikten tot maximaal 30 centimeter diepte. Qua vondstmateriaal is er aardewerk aangetroffen dat voornamelijk bestaat uit rood-, grijs- of witbakkend geglazuurd aardewerk en een vrij algemeen karakter heeft. Het vondstmateriaal bestond verder uit 7 stuks bot en 7 stuks ijzer. De ijzeren voorwerpen betroffen 6 nagels en een hoefijzer en waren in matige staat en weinig informatief of bijzonder van aard. In het zuidelijke deel van de werkput is een zone van circa 20 meter tot zeker 1 meter beneden maaiveld verstoord (1,5 m -NAP) en hier zijn ook geen verdere resten aangetroffen, tevens was deze strook met olie vervuild. Bij de aanleg van het huidige bedrijventerrein is het terrein zodanig verstoord dat er van de archeologische resten weinig intact is aangetroffen en het materiaal is van zodanige algemene aard dat deze weinig informatie oplevert en niet zal bijdragen tot enige relevante onderzoeksthema’s. Selectieadvies Binnen de grenzen van het plangebied zijn geen behoudenswaardige archeologische resten aangetroffen. Om die reden wordt aanbevolen geen vervolgonderzoek te laten uitvoeren bij bodemverstorende activiteiten. Het definitieve selectiebesluit zal worden genomen door de bevoegde overheid, de gemeente Hoeksche Waard.Bovenstaande vormt een selectieadvies. Met nadruk willen wij de opdrachtgever erop wijzen dat dit advies nog niet betekent dat in deze fase van het vergunningsverleningstraject reeds bodemverstorende activiteiten of daarop voorbereidende activiteiten kunnen worden ondernomen. De resultaten van dit onderzoek dienen vooraleerst te worden beoordeeld door de bevoegde overheid (gemeente Hoeksche Waard). Deze neemt vervolgens een definitief selectiebesluit. Er is geprobeerd een zo gefundeerd mogelijk advies te geven op grond van de gebruikte onderzoeksmethoden. De aanwezigheid van archeologische sporen of resten in het plangebied kan nooit volledig worden uitgesloten. Synthegra wil de opdrachtgever er daarom op wijzen dat indien tijdens de werkzaamheden een (mogelijke) archeologische vondst wordt gedaan, dan geldt de wettelijke meldingsplicht, zoals omschreven in artikel 5.10 van de Erfgoedwet bij de minister. Uit praktisch oogpunt kan een dergelijke toevalsvondst bij de gemeente worden gemeld.

  • Open Access
    Authors: 
    Eijgenraam, G.; Hanemaaijer, M.;
    Country: Netherlands

    ADC ArcheoProjecten heeft in september 2022 een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek uitgevoerd op de locatie Koerselmansweg, Okkenbroek, gemeente Rijssen-Holten. De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen aanleg van een nieuw water winveld. Hiertoe behoren ingrepen als winputten, verhardingen, een kabel- en leidingtracé en aan te leggen wadi’s/greppel. Hiervoor is de aanvraag van een omgevingsvergunning vereist. Op basis van de aardkundige gegevens kan geconcludeerd worden dat centraal in het plangebied een dekzandrug aanwezig is. Op de dekzandrug is mogelijk een plaggendek gevormd. In het noorden en ten westen van het plangebied is een dalvormige laagte aanwezig. Vanwege deze ligging worden resten uit het Laat-Paleoltihicum tot en met de Vroege Middeleeuwen verwacht. De aanwezigheid van de dalvormige laagte maakte het gebied aantrekkelijk voor jager/verzamelaars uit het Laat Paleolithicum en het Mesolithicum. De resten uit deze perioden worden vooral op de overgangen van hoog naar laag verwacht. Resten van de landbouwers worden met name verwacht op de hogere delen van het landschap, en kunnen ook in het plangebied voorkomen. Resten van jager/verzamelaars worden met name verwacht indien de top van de natuurlijke ondergrond intact is. Bij de aanwezigheid van een plaggendek zonder intacte top (geen podzolprofiel) worden met name resten uit het Neolithicum tot en met de Vroege Middeleeuwen verwacht omdat de (ondiepe) resten van jager/verzamelaars zullen zijn verploegd. Het vondstenniveau zal zich dan onderin het plaggendek bevinden en in de top van de oorspronkelijke C-horizont. Hier wordt ook wel van ‘cultuurlaag’ of oude akkerlaag gesproken: een doorwerkte oude bodem tussen het plaggendek en de ongeroerde ondergrond met kleine fragmenten aardewerk, natuursteen, vuursteen of houtskool. Archeologische sporen zullen zich aftekenen in de top van de C-horizont. Organische resten zullen door de relatief droge en zure bodemomstandigheden slecht zijn geconserveerd. Vanwege het ontbreken van historische bebouwing, zijn er geen aanwijzingen voor resten vanaf de Late Middeleeuwen en uit de Nieuwe tijd. Teneinde de hierboven beschreven verwachting te toetsen en aan te vullen is in het plangebied een oppervlaktekartering en een verkennend booronderzoek uitgevoerd. Hieruit is gebleken dat de top van de natuurlijke ondergrond bestaat uit dekzand (Formatie van Boxtel, Laagpakket van Wierden). In boringen 2, 4, 6, 9, 11, 13, 14 en 15 is in de top nog (een restant van) een podzolbodem aanwezig. De bovengrond bestaat uit een plaggendek. In boringen 2, 4, 6, 9, 14 bevindt zich onderin het plaggendek een oude akkerlaag. De bodemopbouw is grotendeels intact. In boring 7, 8, 10, 12 en 17 is het plaggendek verstoord. Alleen in boringen 1, 10 en 12 is sprake van een relatief diepe verstoring, tot minimaal 70 of maximaal 95 cm -mv. De top van de natuurlijke ondergrond (al dan niet met B-horizont), tussen 30 en 95 cm -mv (tussen 8,22 en 9,68 m + NAP) vormt een potentieel sporenniveau. De onderkant van het plaggendek vormt een potentieel vondstenniveau. Aangezien de bodemopbouw in het plangebied grotendeels intact is kan de archeologische verwachting kan voor het grootste deel van het plangebied blijven gehandhaafd. Gezien de aanwezigheid van een plaggendek worden met name resten van landbouwers verwacht (Neolithicum -Vroege Middeleeuwen).

  • Open Access Dutch; Flemish
    Authors: 
    Bureau voor Archeologie;
    Publisher: DANS Data Station Archaeology
    Country: Netherlands

    Bureau voor Archeologie heeft een inventariserend veldonderzoek in de vorm van boringen uitgevoerd voor bouwwerkzaamheden aan de Molenweg 3 te Lunteren.

  • Open Access
    Authors: 
    Essen, T. Van;
    Country: Netherlands

    Synthegra B.V. heeft in opdracht van bedrijf XXX een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd op een terrein aan de Schoutstraat te Woudenberg. De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen bouw van een woonhuis. De oppervlakte van de toekomstige bodemverstoring bedraagt 150 m2 met een diepte van 1,5 meter beneden maaiveld. De bodem zal waarschijnlijk tot ver in het archeologische niveau worden verstoord. Eventueel aanwezige archeologische waarden kunnen daarbij verloren gaan. </p> Op basis van het bureauonderzoek is voor het plangebied een gespecificeerde archeologische verwachting opgesteld. </br> Het plangebied ligt op een vlakte van ten dele verspoelde dekzanden bestaand uit beekeerdgronden met lemig fijn zand. Gezien de ouderdom van de te verwachte afzettingen kunnen in het plangebied vindplaatsen aanwezig zijn vanaf het laat-paleolithicum tot en met de nieuwe tijd. </br> Voor de periode Laat-Paleolithicum tot en met de Vroege Middeleeuwen geldt op basis van het bureauonderzoek een lage verwachting. Hoewel op basis van de afzettingen qua ouderdom resten uit deze periode verwacht kunnen worden, bevindt het gebied zich op een uitloper van een dekzandrug of dekzandvlakte. Door de relatief lage ligging was dit geen populaire plek om te wonen. Daarnaast zijn in de omgeving van het plangebied geen aanwijzingen gevonden voor bewoning uit deze perioden. Daarom een lage verwachting. </br> Voor de Late Middeleeuwen en Nieuwe Tijd geldt op basis van het bureauonderzoek een lage verwachting. Zoals eerder benoemd is het plangebied op basis van de ondergrond geen geschikte locatie geweest om te wonen. Echter ligt het plangebied dicht tegen de historische kern van Woudenberg aan. Daarnaast zijn er in de omgeving van het plangebied veel vondsten en sporen uit deze perioden, al zijn deze grotendeels afkomstig uit de historische kern, waar het gebied net buiten ligt. In het gebied zelf is geen bebouwing bekend en ook heeft het plangebied voor zover bekend niet langs een oude doorgaande weg gelegen. </br> De bufferzone waarbinnen het plangebied ligt heeft te maken met de percelen waarop bebouwing aanwezig is aan de straatzijde aan de zuidkant. Dit zijn langwerpige percelen en deze zijn in zijn geheel als attentiezone meegenomen. </br> Het plangebied ligt op de kadastrale kaart weliswaar op percelen waar bebouwing heeft gestaan, maar omdat deze bebouwing aan de weg kant (ten zuiden) stond en het plangebied juist vrij ver van de weg af zit is het aannemelijk dat er hier geen bebouwing heeft gestaan. Bovendien ligt het plangebied op deze kadastrale kaart op een aantal lange dunne percelen, waardoor bebouwing hier niet verwacht wordt, de rechthoekige percelen hebben hierop een grotere kans. Hierdoor geldt ook voor deze periode een lage verwachting. </p> Op grond van de resultaten van het onderzoek wordt voor de voorgenomen herinrichting van het plangebied zoals omschreven in de vergunningsaanvraag geen nader archeologisch onderzoek geadviseerd.

  • Open Access English
    Authors: 
    Portable Antiquities Of The Netherlands;
    Country: Netherlands

    This find is registered at Portable Antiquities of the Netherlands with number PAN-00118173

  • Open Access English
    Authors: 
    Portable Antiquities Of The Netherlands;
    Publisher: DANS/KNAW
    Country: Netherlands

    This find is registered at Portable Antiquities of the Netherlands with number PAN-00118883

  • Open Access Dutch; Flemish
    Authors: 
    Ean Mol, E.M.;
    Country: Netherlands

    In opdracht van de gemeente Vught heeft Transect b.v. in de periode van november 2017 t/m juni 2018 een archeologisch proefsleuvenonderzoek en opgraving, variant archeologische begeleiding, uitgevoerd, in een plangebied aan de Leeuwensteinlaan te Vught (gemeente Vught). De aanleiding voor het onderzoek is de aanvraag van een omgevingsvergunning ten behoeve van de aanleg van een nieuwe riolering en het herinrichten van de bovengrondse infrastructuur. De totale oppervlakte van het plangebied beslaat ca. 2,9 ha en de lengte van het riooltracé is ca. 2 km. Het plangebied is het riooltracé en bevindt zich ter hoogte van bestaande wegen.In het plangebied zijn archeologische waarden aanwezig die in de Nieuwe tijd kunnen worden gedateerd. Een aantal muurwerken houdt verband met de buitenplaats Leeuwenstein, die is aangelegd in 1753. In het plangebied is vermoedelijk een deel van een kelder gevonden, die tegen een andere muur is gebouwd; van die muur is de functie niet duidelijk, aangezien een klein deel hiervan resteert. Op basis van de Kadastrale Minuut uit 1832 en een prent, waarop de oude villa en koetshuis te zien zijn, ligt het voor de hand dat de aangetroffen muurwerken te relateren zijn aan de villa zelf en niet aan het koetshuis. Rondom de muurwerken van huis Leeuwenstein zijn geen archeologische sporen meer aangetroffen; deze zijn verstoord door de aanleg van de wijk vanaf 1955. Andere sporen bestaan uit een vermoedelijk deel van een rioolsysteem, in de vorm van gresbuizen, dat op basis van de in de vulling aangetroffen bakstenen, die machinaal zijn gebakken, in de 20e eeuw is gedateerd. Ook dit systeem zal gerelateerd zijn aan de wijkaanleg vanaf 1955. Ook is een gedempte sloot gedocumenteerd. Deze behoorde tot park Reeburg (voormalig landgoed), dat ten zuiden en ten oosten van het plangebied lag. De sloot is volgens omwonenden deels gedempt in 1927 en is aan de zuidzijde van het park nog watervoerend. Overige sporen zijn eveneens veelal recent van aard en hangen dan ook wederom samen met de aanleg van de wijk en bijbehorende infrastructuur vanaf 1955. De bodemopbouw in het plangebied laat weinig variatie zien. De natuurlijke ondergrond bestaat uit Oud Dekzand, waarin bodemvorming in de top heeft plaatsgevonden (Allerød-bodemlaagje), dat weer is overstoven door Jong Dekzand. Ook in dit tijdens het Late Dryas afgezette dekzand heeft bodemvorming plaatsgevonden in de vorm van een A-, E-, B-, BC- en C-horizont. In de Late-Middeleeuwen - Nieuwe tijd is een oud bouwlanddek / esdek opgeworpen in minimaal twee fasen. In later tijden, met de aanleg van de woonwijk vanaf 1955, is de bodem in het hele plangebied in meer of mindere mate geroerd. Lokaal zijn nog restanten podzolering aanwezig, maar ook zijn er delen waar de bodem tot de C-horizont van het dekzand is geroerd. Concluderend hebben in het plangebied ondiepe en diepe bodemingrepen plaatsgevonden, waarbij archeologische waarden (ook ouder dan de Nieuwe tijd) kunnen zijn verdwenen. De enige behoudenswaardige sporen, namelijk de restanten van villa Leeuwenstein, zijn ex situ behouden middels onderhavig onderzoek. Rondom de aangetroffen muurwerken was de ondergrond grotendeels verstoord. Vanuit het bureauonderzoek gold een middelhoge verwachting voor de perioden Laat-Paleolithicum - Middeleeuwen, onder meer gebaseerd op de landschappelijke ligging van het plangebied op een dekzandwelving aan de rand van een beekdal, een gunstige bewoningslocatie. In de omgeving van het plangebied zijn tevens vondsten uit de IJzertijd, Romeinse tijd en Middeleeuwen - Nieuwe tijd bekend.

Advanced search in Research products
Research products
arrow_drop_down
Searching FieldsTerms
Any field
arrow_drop_down
includes
arrow_drop_down
Include:
The following results are related to Digital Humanities and Cultural Heritage. Are you interested to view more results? Visit OpenAIRE - Explore.
103,260 Research products, page 1 of 10,326
  • Open Access
    Authors: 
    Jong, C. De;
    Publisher: Data Archiving and Networked Services (DANS)
    Country: Netherlands

    Bureau voor Archeologie heeft een bureauonderzoek uitgevoerd voor sloop- en bouwwerkzaamheden aan de Westwagenstraat 14 te Gorinchem. </br> De natuurlijke ondergrond bestaat uit komafzettingen van de Linge en Merwede. Vermoedelijk liggen hier (historische) ophooglagen op met een totale dikte van 2 tot 3 m dik. </br> Het plangebied ligt in de historische kern van Gorinchem. Vermoedelijk is Gorinchem in de 11e eeuw ontstaan. 16e eeuws kaartmateriaal laat zien dat langs de Westwagenstraat aaneensluitende bebouwing staat. Achter de bebouwing liggen tuinen. In 1752 worden twee woningen aangekocht en ingericht als armenhuis. Direct ten noordwesten van het plangebied heeft een 17e of 18e eeuwse schuilkerk gestaan, die mogelijk deels in het noordelijke deel van het plangebied heeft gelegen. Aan het begin van de 19e eeuw is het plangebied bijna volledig bebouwd. Het voormalige armenhuis wordt in 1976 omgebouwd tot discotheek en uitgebreid. Hieronder liggen kelders waarvan de onderkant op ongeveer 210 cm -mv ligt. In 1984 wordt de begane grond omgebouwd tot winkel. </br> In de omgeving van het plangebied zijn archeologische onderzoeken uitgevoerd waarbij resten uit de 13e eeuw en later zijn aangetroffen. </br> In het plangebied kunnen daarom archeologische resten, gerelateerd aan bewoning in de stad Gorinchem, aanwezig zijn in ophogingslagen daterend uit de 11e eeuw en later. Het pakket van ophooglagen is vermoedelijk 2 tot 3 m dik. In het noorden van het plangebied wordt de bebouwing gesloopt en worden nieuwe woningen gebouwd. Hier kunnen eventuele archeologische waarden worden vergraven tijdens de sloop- en bouwwerkzaamheden. </br> Omdat het plangebied reeds bebouwd is en het archeologische niveau waarschijnlijk direct hieronder ligt, wordt geadviseerd om de ondergrondse sloop in het noorden van het plangebied archeologische te begeleiden. Hiermee kunnen eventuele archeologische resten gekarteerd en gewaardeerd worden. Aanbevolen wordt om na de sloopbegeleiding een proefsleuvenonderzoek uit te laten voeren in die delen van het plangebied waar voor de realisatie van het bouwplan gegraven moet worden dieper dan bij de sloop, of buiten het reeds gesloopte vlak. Aanbevolen wordt ten slotte om dit proefsleuvenonderzoek te laten vervallen als uit de sloopbegeleiding en evaluatie daarvan, in overleg met het bevoegd gezag, blijkt dat geen behoudenswaardige resten meer worden verwacht. </br> De werkwijze van het onderzoek dient vastgelegd te worden in een door de bevoegde overheid goed te keuren Programma van Eisen (PvE).

  • Open Access English
    Authors: 
    Portable Antiquities Of The Netherlands;
    Publisher: DANS/KNAW
    Country: Netherlands

    This find is registered at Portable Antiquities of the Netherlands with number PAN-00122324

  • Open Access English
    Authors: 
    Portable Antiquities Of The Netherlands;
    Publisher: DANS/KNAW
    Country: Netherlands

    This find is registered at Portable Antiquities of the Netherlands with number PAN-00031174

  • Open Access Dutch; Flemish
    Authors: 
    Beckers, I;
    Country: Netherlands

    Synthegra B.V. heeft in opdracht van Kubiek Ruimtelijke Plannen in november 2021 een archeologisch Inventariserend Veldonderzoek door middel van proefsleuven1 uitgevoerd op een terrein aan de Prins Bernhardlaan 1 te Puttershoek (afbeelding 1). De aanleiding is planontwikkeling met het oog op woningbouw. De diepte van de toekomstige bodemverstoring is vastgesteld op circa 1 meter beneden maaiveld. De bodem zal tot in het archeologisch niveau worden verstoord. Eventueel aanwezige archeologische waarden kunnen daarbij verloren gaan. Synthegra B.V. heeft in opdracht van Kubiek Ruimtelijke Plannen in november 2021 een archeologisch Inventariserend Veldonderzoek door middel van proefsleuven1 uitgevoerd op een terrein aan de Prins Bernhardlaan 1 te Puttershoek (afbeelding 1). De aanleiding is planontwikkeling met het oog op woningbouw. De diepte van de toekomstige bodemverstoring is vastgesteld op circa 1 meter beneden maaiveld. De bodem zal tot in het archeologisch niveau worden verstoord. Eventueel aanwezige archeologische waarden kunnen daarbij verloren gaan. Doelstelling Het doel van het inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven is het aanvullen en toetsen van de gespecificeerde verwachting, zoals geformuleerd in het bureau- en booronderzoek (zie hoofdstuk 2). Dit omvat het vaststellen van de aan- of afwezigheid, de aard, het karakter, de omvang, de datering, de gaafheid, de conservering en de inhoudelijke kwaliteit van de archeologische waarden.2 Het resultaat is een rapport met een waardering en een inhoudelijk (selectie-)advies, aan de hand waarvan een beleidsbeslissing (meestal een selectiebesluit) genomen kan worden. Resultaten Er zijn resten uit de 17e/18e eeuw aangetroffen onder een dik ophogingspakket van circa 70 centimeter. Het betreft hier qua sporen een aantal paalgaten, een aantal muurresten, uitbraaksleuven, een poer, een stuk beschoeiing en een klein restant van een greppel. Van de muurresten, uitbraaksleuven, poer en greppels waren nog maar 10 tot 15 centimeter aanwezig onder het opgebrachte pakket. Een serie bij elkaar gelegen paalgaten die geen duidelijke structuur voorstelden, reikten tot maximaal 30 centimeter diepte. Qua vondstmateriaal is er aardewerk aangetroffen dat voornamelijk bestaat uit rood-, grijs- of witbakkend geglazuurd aardewerk en een vrij algemeen karakter heeft. Het vondstmateriaal bestond verder uit 7 stuks bot en 7 stuks ijzer. De ijzeren voorwerpen betroffen 6 nagels en een hoefijzer en waren in matige staat en weinig informatief of bijzonder van aard. In het zuidelijke deel van de werkput is een zone van circa 20 meter tot zeker 1 meter beneden maaiveld verstoord (1,5 m -NAP) en hier zijn ook geen verdere resten aangetroffen, tevens was deze strook met olie vervuild. Bij de aanleg van het huidige bedrijventerrein is het terrein zodanig verstoord dat er van de archeologische resten weinig intact is aangetroffen en het materiaal is van zodanige algemene aard dat deze weinig informatie oplevert en niet zal bijdragen tot enige relevante onderzoeksthema’s. Selectieadvies Binnen de grenzen van het plangebied zijn geen behoudenswaardige archeologische resten aangetroffen. Om die reden wordt aanbevolen geen vervolgonderzoek te laten uitvoeren bij bodemverstorende activiteiten. Het definitieve selectiebesluit zal worden genomen door de bevoegde overheid, de gemeente Hoeksche Waard.Bovenstaande vormt een selectieadvies. Met nadruk willen wij de opdrachtgever erop wijzen dat dit advies nog niet betekent dat in deze fase van het vergunningsverleningstraject reeds bodemverstorende activiteiten of daarop voorbereidende activiteiten kunnen worden ondernomen. De resultaten van dit onderzoek dienen vooraleerst te worden beoordeeld door de bevoegde overheid (gemeente Hoeksche Waard). Deze neemt vervolgens een definitief selectiebesluit. Er is geprobeerd een zo gefundeerd mogelijk advies te geven op grond van de gebruikte onderzoeksmethoden. De aanwezigheid van archeologische sporen of resten in het plangebied kan nooit volledig worden uitgesloten. Synthegra wil de opdrachtgever er daarom op wijzen dat indien tijdens de werkzaamheden een (mogelijke) archeologische vondst wordt gedaan, dan geldt de wettelijke meldingsplicht, zoals omschreven in artikel 5.10 van de Erfgoedwet bij de minister. Uit praktisch oogpunt kan een dergelijke toevalsvondst bij de gemeente worden gemeld.

  • Open Access
    Authors: 
    Eijgenraam, G.; Hanemaaijer, M.;
    Country: Netherlands

    ADC ArcheoProjecten heeft in september 2022 een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek uitgevoerd op de locatie Koerselmansweg, Okkenbroek, gemeente Rijssen-Holten. De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen aanleg van een nieuw water winveld. Hiertoe behoren ingrepen als winputten, verhardingen, een kabel- en leidingtracé en aan te leggen wadi’s/greppel. Hiervoor is de aanvraag van een omgevingsvergunning vereist. Op basis van de aardkundige gegevens kan geconcludeerd worden dat centraal in het plangebied een dekzandrug aanwezig is. Op de dekzandrug is mogelijk een plaggendek gevormd. In het noorden en ten westen van het plangebied is een dalvormige laagte aanwezig. Vanwege deze ligging worden resten uit het Laat-Paleoltihicum tot en met de Vroege Middeleeuwen verwacht. De aanwezigheid van de dalvormige laagte maakte het gebied aantrekkelijk voor jager/verzamelaars uit het Laat Paleolithicum en het Mesolithicum. De resten uit deze perioden worden vooral op de overgangen van hoog naar laag verwacht. Resten van de landbouwers worden met name verwacht op de hogere delen van het landschap, en kunnen ook in het plangebied voorkomen. Resten van jager/verzamelaars worden met name verwacht indien de top van de natuurlijke ondergrond intact is. Bij de aanwezigheid van een plaggendek zonder intacte top (geen podzolprofiel) worden met name resten uit het Neolithicum tot en met de Vroege Middeleeuwen verwacht omdat de (ondiepe) resten van jager/verzamelaars zullen zijn verploegd. Het vondstenniveau zal zich dan onderin het plaggendek bevinden en in de top van de oorspronkelijke C-horizont. Hier wordt ook wel van ‘cultuurlaag’ of oude akkerlaag gesproken: een doorwerkte oude bodem tussen het plaggendek en de ongeroerde ondergrond met kleine fragmenten aardewerk, natuursteen, vuursteen of houtskool. Archeologische sporen zullen zich aftekenen in de top van de C-horizont. Organische resten zullen door de relatief droge en zure bodemomstandigheden slecht zijn geconserveerd. Vanwege het ontbreken van historische bebouwing, zijn er geen aanwijzingen voor resten vanaf de Late Middeleeuwen en uit de Nieuwe tijd. Teneinde de hierboven beschreven verwachting te toetsen en aan te vullen is in het plangebied een oppervlaktekartering en een verkennend booronderzoek uitgevoerd. Hieruit is gebleken dat de top van de natuurlijke ondergrond bestaat uit dekzand (Formatie van Boxtel, Laagpakket van Wierden). In boringen 2, 4, 6, 9, 11, 13, 14 en 15 is in de top nog (een restant van) een podzolbodem aanwezig. De bovengrond bestaat uit een plaggendek. In boringen 2, 4, 6, 9, 14 bevindt zich onderin het plaggendek een oude akkerlaag. De bodemopbouw is grotendeels intact. In boring 7, 8, 10, 12 en 17 is het plaggendek verstoord. Alleen in boringen 1, 10 en 12 is sprake van een relatief diepe verstoring, tot minimaal 70 of maximaal 95 cm -mv. De top van de natuurlijke ondergrond (al dan niet met B-horizont), tussen 30 en 95 cm -mv (tussen 8,22 en 9,68 m + NAP) vormt een potentieel sporenniveau. De onderkant van het plaggendek vormt een potentieel vondstenniveau. Aangezien de bodemopbouw in het plangebied grotendeels intact is kan de archeologische verwachting kan voor het grootste deel van het plangebied blijven gehandhaafd. Gezien de aanwezigheid van een plaggendek worden met name resten van landbouwers verwacht (Neolithicum -Vroege Middeleeuwen).

  • Open Access Dutch; Flemish
    Authors: 
    Bureau voor Archeologie;
    Publisher: DANS Data Station Archaeology
    Country: Netherlands

    Bureau voor Archeologie heeft een inventariserend veldonderzoek in de vorm van boringen uitgevoerd voor bouwwerkzaamheden aan de Molenweg 3 te Lunteren.

  • Open Access
    Authors: 
    Essen, T. Van;
    Country: Netherlands

    Synthegra B.V. heeft in opdracht van bedrijf XXX een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd op een terrein aan de Schoutstraat te Woudenberg. De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen bouw van een woonhuis. De oppervlakte van de toekomstige bodemverstoring bedraagt 150 m2 met een diepte van 1,5 meter beneden maaiveld. De bodem zal waarschijnlijk tot ver in het archeologische niveau worden verstoord. Eventueel aanwezige archeologische waarden kunnen daarbij verloren gaan. </p> Op basis van het bureauonderzoek is voor het plangebied een gespecificeerde archeologische verwachting opgesteld. </br> Het plangebied ligt op een vlakte van ten dele verspoelde dekzanden bestaand uit beekeerdgronden met lemig fijn zand. Gezien de ouderdom van de te verwachte afzettingen kunnen in het plangebied vindplaatsen aanwezig zijn vanaf het laat-paleolithicum tot en met de nieuwe tijd. </br> Voor de periode Laat-Paleolithicum tot en met de Vroege Middeleeuwen geldt op basis van het bureauonderzoek een lage verwachting. Hoewel op basis van de afzettingen qua ouderdom resten uit deze periode verwacht kunnen worden, bevindt het gebied zich op een uitloper van een dekzandrug of dekzandvlakte. Door de relatief lage ligging was dit geen populaire plek om te wonen. Daarnaast zijn in de omgeving van het plangebied geen aanwijzingen gevonden voor bewoning uit deze perioden. Daarom een lage verwachting. </br> Voor de Late Middeleeuwen en Nieuwe Tijd geldt op basis van het bureauonderzoek een lage verwachting. Zoals eerder benoemd is het plangebied op basis van de ondergrond geen geschikte locatie geweest om te wonen. Echter ligt het plangebied dicht tegen de historische kern van Woudenberg aan. Daarnaast zijn er in de omgeving van het plangebied veel vondsten en sporen uit deze perioden, al zijn deze grotendeels afkomstig uit de historische kern, waar het gebied net buiten ligt. In het gebied zelf is geen bebouwing bekend en ook heeft het plangebied voor zover bekend niet langs een oude doorgaande weg gelegen. </br> De bufferzone waarbinnen het plangebied ligt heeft te maken met de percelen waarop bebouwing aanwezig is aan de straatzijde aan de zuidkant. Dit zijn langwerpige percelen en deze zijn in zijn geheel als attentiezone meegenomen. </br> Het plangebied ligt op de kadastrale kaart weliswaar op percelen waar bebouwing heeft gestaan, maar omdat deze bebouwing aan de weg kant (ten zuiden) stond en het plangebied juist vrij ver van de weg af zit is het aannemelijk dat er hier geen bebouwing heeft gestaan. Bovendien ligt het plangebied op deze kadastrale kaart op een aantal lange dunne percelen, waardoor bebouwing hier niet verwacht wordt, de rechthoekige percelen hebben hierop een grotere kans. Hierdoor geldt ook voor deze periode een lage verwachting. </p> Op grond van de resultaten van het onderzoek wordt voor de voorgenomen herinrichting van het plangebied zoals omschreven in de vergunningsaanvraag geen nader archeologisch onderzoek geadviseerd.

  • Open Access English
    Authors: 
    Portable Antiquities Of The Netherlands;
    Country: Netherlands

    This find is registered at Portable Antiquities of the Netherlands with number PAN-00118173

  • Open Access English
    Authors: 
    Portable Antiquities Of The Netherlands;
    Publisher: DANS/KNAW
    Country: Netherlands

    This find is registered at Portable Antiquities of the Netherlands with number PAN-00118883

  • Open Access Dutch; Flemish
    Authors: 
    Ean Mol, E.M.;
    Country: Netherlands

    In opdracht van de gemeente Vught heeft Transect b.v. in de periode van november 2017 t/m juni 2018 een archeologisch proefsleuvenonderzoek en opgraving, variant archeologische begeleiding, uitgevoerd, in een plangebied aan de Leeuwensteinlaan te Vught (gemeente Vught). De aanleiding voor het onderzoek is de aanvraag van een omgevingsvergunning ten behoeve van de aanleg van een nieuwe riolering en het herinrichten van de bovengrondse infrastructuur. De totale oppervlakte van het plangebied beslaat ca. 2,9 ha en de lengte van het riooltracé is ca. 2 km. Het plangebied is het riooltracé en bevindt zich ter hoogte van bestaande wegen.In het plangebied zijn archeologische waarden aanwezig die in de Nieuwe tijd kunnen worden gedateerd. Een aantal muurwerken houdt verband met de buitenplaats Leeuwenstein, die is aangelegd in 1753. In het plangebied is vermoedelijk een deel van een kelder gevonden, die tegen een andere muur is gebouwd; van die muur is de functie niet duidelijk, aangezien een klein deel hiervan resteert. Op basis van de Kadastrale Minuut uit 1832 en een prent, waarop de oude villa en koetshuis te zien zijn, ligt het voor de hand dat de aangetroffen muurwerken te relateren zijn aan de villa zelf en niet aan het koetshuis. Rondom de muurwerken van huis Leeuwenstein zijn geen archeologische sporen meer aangetroffen; deze zijn verstoord door de aanleg van de wijk vanaf 1955. Andere sporen bestaan uit een vermoedelijk deel van een rioolsysteem, in de vorm van gresbuizen, dat op basis van de in de vulling aangetroffen bakstenen, die machinaal zijn gebakken, in de 20e eeuw is gedateerd. Ook dit systeem zal gerelateerd zijn aan de wijkaanleg vanaf 1955. Ook is een gedempte sloot gedocumenteerd. Deze behoorde tot park Reeburg (voormalig landgoed), dat ten zuiden en ten oosten van het plangebied lag. De sloot is volgens omwonenden deels gedempt in 1927 en is aan de zuidzijde van het park nog watervoerend. Overige sporen zijn eveneens veelal recent van aard en hangen dan ook wederom samen met de aanleg van de wijk en bijbehorende infrastructuur vanaf 1955. De bodemopbouw in het plangebied laat weinig variatie zien. De natuurlijke ondergrond bestaat uit Oud Dekzand, waarin bodemvorming in de top heeft plaatsgevonden (Allerød-bodemlaagje), dat weer is overstoven door Jong Dekzand. Ook in dit tijdens het Late Dryas afgezette dekzand heeft bodemvorming plaatsgevonden in de vorm van een A-, E-, B-, BC- en C-horizont. In de Late-Middeleeuwen - Nieuwe tijd is een oud bouwlanddek / esdek opgeworpen in minimaal twee fasen. In later tijden, met de aanleg van de woonwijk vanaf 1955, is de bodem in het hele plangebied in meer of mindere mate geroerd. Lokaal zijn nog restanten podzolering aanwezig, maar ook zijn er delen waar de bodem tot de C-horizont van het dekzand is geroerd. Concluderend hebben in het plangebied ondiepe en diepe bodemingrepen plaatsgevonden, waarbij archeologische waarden (ook ouder dan de Nieuwe tijd) kunnen zijn verdwenen. De enige behoudenswaardige sporen, namelijk de restanten van villa Leeuwenstein, zijn ex situ behouden middels onderhavig onderzoek. Rondom de aangetroffen muurwerken was de ondergrond grotendeels verstoord. Vanuit het bureauonderzoek gold een middelhoge verwachting voor de perioden Laat-Paleolithicum - Middeleeuwen, onder meer gebaseerd op de landschappelijke ligging van het plangebied op een dekzandwelving aan de rand van een beekdal, een gunstige bewoningslocatie. In de omgeving van het plangebied zijn tevens vondsten uit de IJzertijd, Romeinse tijd en Middeleeuwen - Nieuwe tijd bekend.