Advanced search in Research products
Research products
arrow_drop_down
Searching FieldsTerms
Any field
arrow_drop_down
includes
arrow_drop_down
Include:
The following results are related to Digital Humanities and Cultural Heritage. Are you interested to view more results? Visit OpenAIRE - Explore.
95,647 Research products, page 1 of 9,565

  • Digital Humanities and Cultural Heritage
  • Other research products
  • 2014-2023

10
arrow_drop_down
Relevance
arrow_drop_down
  • Authors: 
    Makraki, Dimitra; Paraskevopoulou, Vassiliki;
    Country: Greece
  • Other research product . 2016
    Norwegian
    Authors: 
    Viken fylkeskommune;
    Publisher: Askeladden

    Enkeltliggende kokegrop i dyrket mark. Mål: 90 x 80 cm, ujevn rund form. Dybde: 0-4,5 cm Plan: Kokegropen fremstår som meget ujevn i form i plan og veldig grunn. Kokegropen består av kullblandet leire, og det er noen skjørbrente steiner sentralt i strukturen. Det er skavet av masser sør og vest for kokegropen. Da strukturen fremstår som meget grunn er det ikke umulig at det også er skavet av noe av selve kokegropen. Sørøstlige halvdel av strukturen ble fjernet ved snitting. Profil: Meget grunn struktur med en maks dybde på 4,5 cm. Den sørøstlige delen av profilet var dypest og hadde en kullrand i bunn. I denne delen av kokegropen var det et parti som bestod av brunrød leire, og inneholdt ikke kull. En håndfull skjørbrente steiner ble fjernet ved snittingen.

  • Other research product . 2021
    Norwegian
    Authors: 
    Sametinget;
    Publisher: Askeladden

    Tufta var før undersøkelse synlig som en sirkelrund, gressbevokst flate omgitt av en utydelig voll, d (til vollen) ca 3 m. Det vokste bnjørk rundt men ikke inni selve tufta. I midten synlig ildsted av stein, rektangulær form or. N-S, størrelse 90 x 60 cm, steinene delvis dekket av mose og råtne bjørkeblad. Ildstedet fortsetter mot N i to ca 80 cm lange, lett divergerende armer av stein (jfr. samisk uksa). Ved undersøkelsen ble ildstedet frilagt og utgravd. Det ble funnet krittpipebiter i vegetasjonslaget oppå en av steinene i ildstedet, og skår av en kaffekopp i torven like V for ildstedet. Gravningen ble ikke ført videre enn dette, bortsett fra at en sjakt ble lagt gjennom S-veggen for å klarlegge vollstrukturen. Dessuten ble steinene i ildstedet renset, tegnet og fotografert. Forøvrig ble tufta latt urørt. Også registrert i 2004 av Hartvig Birkely: I skogbeltet ved NØ-foten av Høghøa. 2 m NØ for lokaliteten ligger en stor steinblokk og 30 m i amme retning en åpen myrslette. Teltboplass. Synliggjøres av et 2 m langt steinarrangement som består av ildsted (árran) og dørdel (bearpmehat). Orientert N-S. Dette er en teltboplass av goahti-type. Dørdelen har konisk form, der største bredde på dørdelen er 1,2 m og bredden på ildstedet er 0,6 m. Ildstedets lengde er 1 m, og dørdelens er 1 m. Tufta med steinarrangementet er sterkt overgrodd med lyng, mose og gress, og går i ett med skogens vegetasjon.

  • Other research product . 2020
    Norwegian
    Authors: 
    Innlandet fylkeskommune;
    Publisher: Askeladden

    Bronsepigg

  • Other research product . 2021
    Norwegian
    Authors: 
    Innlandet fylkeskommune;
    Publisher: Askeladden

    Observasjon av flintstykker (slått) under metallsøking 06.04.2020. Enkeltminner 1 og 2 er tatt inn.

  • Other research product . Other ORP type . 2020
    Open Access Dutch
    Authors: 
    Raad, J.H.M. de (Laagland Archeologie);
    Publisher: Laagland Archeologie

    Laagland Archeologie heeft in december 2019 en januari 2020 een Inventariserend veldonderzoek - verkennende fase uitgevoerd aan het Fransepad 11 te Blaricum. Het onderzoek vond plaats in verband met de ruimtelijke procedure rondom de renovatie en de vervanging van bijgebouwen In een eerder stadium is een bureauonderzoek uitgevoerd. Het plangebied in de oude kern van Blaricum ligt waarschijnlijk op gordeldekzandwelvingen die tegen de stuwwal van Huizen-Laren aanliggen. Waarschijnlijk bestaat de bodem uit een hoge zwarte enkeerdgrond of haarpodzolgrond zijn, mits deze intact is. Voor de top van het dekzand geldt een verwachting op het aantreffen van resten vanaf het Mesolithicum tot aan de Nieuwe Tijd. In het geval dat er een enkeerdgrond/esdek zich bovenop het dekzand bevindt, kan deze verwachting bijgesteld worden naar het Neolithicum tot Middeleeuwen. Echter is er dan wel een grotere kans dat eventuele archeologische resten onder het dikke plaggendek behoed zijn gebleven voor verstoring. In het geval van een enkeerdgrond zal het esdek een verwachting hebben voor resten vanaf de Middeleeuwen tot aan de Nieuwe Tijd. Dit verwachtingsmodel is getoetst en aangevuld door middel van verkennend booronderzoek. Het verkennende booronderzoek heeft tot doel het verwachtingsmodel te toetsen en zonodig aan te vullen. Hiertoe zijn verspreid over het toegankelijke deel van het plangebied verkennende boringen gezet. In dit stadium is verkennend booronderzoek de meest efficiënte onderzoekswijze om de archeologische potentie van het plangebied in kaart te brengen. Op basis van het uitgevoerde booronderzoek is de kans hoog dat het plangebied archeologische sporen bevat. Al dan niet onder dunne ophogingen is een onverstoorde enkeerdgrond aanwezig op een onverstoorde ondergrond. Om die reden is de archeologische verwachting voor vindplaatsen vanaf het Neolithicum tot Nieuwe tijd hoog. Vanwege het ontbreken van andere bodemhorizonten is de archeologische verwachting voor steentijdvindplaatsen laag. Op basis van de onderzoeksresultaten wordt nader archeologisch onderzoek geadviseerd conform protocol 4003 IVO (landbodems). Gelet op de te verwachten prospectiekenmerken, prospecteerbaarheid van een eventuele vindplaats en dat de voorziene werkzaamheden (de aanleg van onderkelderingen) inpandig worden uitgevoerd wordt geadviseerd dit vervolgonderzoek uit te voeren in de vorm van een archeologische begeleiding conform de KNA Leidraad Inventariserend Veldonderzoek Deel: Proefsleuvenonderzoek (IVO-P variant archeologische begeleiding). De implementatie van dit advies is in handen van de gemeente Blaricum, hierin vertegenwoordigd door de archeologisch adviseur van de gemeente, mevrouw E. van Rooijen (NMF Erfgoedadvies).

  • Other research product . 2022
    Norwegian
    Authors: 
    Vestfold og Telemark fylkeskommune;
    Publisher: Askeladden

    Kullgrop registrert ved bruk av LIDAR

  • Other research product . 2016
    Norwegian
    Authors: 
    Vestfold og Telemark fylkeskommune;
    Publisher: Askeladden

    Nordvendt, jevnt skrånende flate som deles i to av en lav bergrygg i nord. Topografisk avgrenset i øst av berkgnaus, i vest avgrenset av fall i terrenget ned i et grunt juv. I sør noenlunde avgrenset av spredte knauser, forøvrig av negative prøvestikk. I nord avgrenses lokaliteten av åpningen til Kjørholttunnelen og dagens E18. Deler av lokaliteten kan ha blitt påvirket av utbyggingen av nevnte tunnel og vei. Hoh: 59-62 m. Det ble i alt registrert 5 positive prøvestikk på lokaliteten, med i alt 12 funn. Funnene fordelte seg slik: PS 1: 1 flintfragment m/cortex. Tydelige bruksspor på flere sider. PS 2: 1 flintavslag, 1 flintfragment. Begge brent. PS 3: 1 flintfragment med hengselbrudd. brent PS 4: 1 flintfragment, 1 flintavslag, 1 medialt flekkefragment, 1 proksimalt flekkefragment. PS 5: 1 flintavslag, 3 flintfragmenter. Samtlige brent. Deler av lokalitet undersøkt av KHM i 2017.

  • Other research product . Other ORP type . 2018
    Open Access Dutch
    Authors: 
    Krekelbergh, N.J. (BAAC BV);
    Publisher: BAAC BV

    Onderzoeksrapport

  • Open Access Dutch
    Authors: 
    Pleszynski, A.G.S. (De Steekproef);
    Publisher: De Steekproef

    Door De Steekproef bv is een inventariserend archeologisch veldonderzoek uitgevoerd aan de Kerkstraat 75-89 te Hoogkerk, gemeente Groningen, provincie Groningen (zie Figuur1). De aanleiding voor het onderzoek is de geplande bouw van vier twee-onder-een-kapwoningen op de kavel. Voor de bouw van deze woningen zal graafwerk ten behoeve van funderingen, eventuele kelders of kruipruimten, rioolhuisaansluitingen, kabels en leidingen nodig zijn. Het benodigde graafwerk kan eventueel aanwezige archeologie beschadigen. In het gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel is uitgegaan van archeologische waarden uit de periode paleolithicum tot en met de romeinse tijd wat betreft het dekzandlandschap onder het veen en de klei. Sporen kunnen bestaan uit haardkuilen, paal- en afvalkuilen, greppels en sloten. Vondsten zijn mogelijk houtskool, vuursteen, aardewerk en natuursteen. In de klei en veenresten kunnen archeologische waarden uit de vroege middeleeuwen tot en met de nieuwe tijd aangetroffen worden. Sporen uit die periode kunnen bestaan uit (paal)kuilen, greppels, sloten, funderingen, water- en beerputten. Vondsten zijn mogelijk hout, bouwkeramiek, aardewerk en metaal. Om het gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel te toetsen zijn zes grondboringen verspreid over het plangebied gezet. De boringen zijn volgens de Algemene Standaard Boorbeschrijvingsmethode beschreven en de opgeboorde lagen zijn door middel van het “snijden” van de boorkop op archeologische indicatoren onderzocht. Het opgeboorde zand is tevens over een zeef met een maaswijdte van 4 mm gezeefd. De boringen zijn tot minstens 20 cm in de schone C horizont gezet. De resultaten van het booronderzoek laten zien dat in vijf van de zes boringen intacte archeologische kansrijke niveaus aanwezig zijn. Boring 1 is na herhaalde pogingen op 70cm diepte gestaakt. De bodem is daar door de aanwezigheid van een keldervloer of zeer grof puin ondoordringbaar. Het is niet uit te sluiten dat onder deze ondoordringbare laag een intacte bodem aanwezig is. In de klei is op een diepte van 50 tot 95 cm onder het maaiveld een donkerbruine venige vegetatielaag aanwezig. Deze laag is gevormd in een periode van relatieve droge omstandigheden en maakt het plangebied voor menselijke bewoning of gebruik dan in de periode van kleiafzettingen ervoor en erna. Mogelijke sporen van bewoning of gebruik zullen waarschijnlijk uit de middeleeuwen dateren. Op een diepte van 80 tot 115 cm onder het maaiveld ligt een laag dekzand waarin verbruining en/of podzolvorming heeft plaatsgevonden voorafgaande aan de overspoeling en de daarbij horende afzetting van klei. Op dit archeologisch interessante niveau kunnen archeologische waarden uit de periode paleolithicum tot de romeinse tijd voorkomen. Selectieadvies (KNA 4.0 VS07) door A.G.S. Pleszynski MA, senior KNA-archeoloog selectie-advies door senior KNA archeoloog A.G.S. Pleszynski MA Ondanks dat de bodem in het gebied wat betreft de archeologische kansrijke niveaus intact is in 5 van de 6 boringen, zijn er geen archeologische indicatoren aangetroffen. Tijdens het inventariserend booronderzoek zijn 6 boringen geplaatst op een oppervlakte van 1350 m2, dit komt neer op 44 boringen per hectare, er is dus ruim voldoende karterend geboord. Ook zijn er in de directe omgeving geen vondsten gedaan die vervolgonderzoek rechtvaardigen. Wij adviseren daarom om het plangebied vrij te geven van archeologisch vervolgonderzoek. Het is aan de bevoegde overheid, de gemeente Groningen om het geadviseerde al dan niet over te nemen. Wij wijzen erop dat als bij toekomstig graafwerk archeologische grondsporen worden aangetroffen en/of vondsten worden gedaan, daarvan direct melding dient te worden gemaakt conform de Erfgoedwet 2015, artikel 5.10 & 5.11. Wij adviseren dit te doen bij de gemeente Groningen. selectiebesluit gemeente Groningen De gemeente Groningen heeft besloten om af te wijken van het advies van De Steekproef. Dhr. R. Kruisman liet per email (21-11-2017) weten dat wegens de aanwezigheid van een deels gaaf bodemprofiel in het plangebied, in combinatie met de nabijheid van de Rug van Tynaarlo en de hierop aanwezige vindplaats Ruskenveen, ook in Hoogkerk, voorafgaand aan de graafwerkzaamheden een proefsleuvenonderzoek moet worden uitgevoerd. Een dergelijk onderzoek dient te worden uitgevoerd door een daartoe gecertificeerd bedrijf en volgens een door de gemeente vooraf goedgekeurd Programma van Eisen.

Advanced search in Research products
Research products
arrow_drop_down
Searching FieldsTerms
Any field
arrow_drop_down
includes
arrow_drop_down
Include:
The following results are related to Digital Humanities and Cultural Heritage. Are you interested to view more results? Visit OpenAIRE - Explore.
95,647 Research products, page 1 of 9,565
  • Authors: 
    Makraki, Dimitra; Paraskevopoulou, Vassiliki;
    Country: Greece
  • Other research product . 2016
    Norwegian
    Authors: 
    Viken fylkeskommune;
    Publisher: Askeladden

    Enkeltliggende kokegrop i dyrket mark. Mål: 90 x 80 cm, ujevn rund form. Dybde: 0-4,5 cm Plan: Kokegropen fremstår som meget ujevn i form i plan og veldig grunn. Kokegropen består av kullblandet leire, og det er noen skjørbrente steiner sentralt i strukturen. Det er skavet av masser sør og vest for kokegropen. Da strukturen fremstår som meget grunn er det ikke umulig at det også er skavet av noe av selve kokegropen. Sørøstlige halvdel av strukturen ble fjernet ved snitting. Profil: Meget grunn struktur med en maks dybde på 4,5 cm. Den sørøstlige delen av profilet var dypest og hadde en kullrand i bunn. I denne delen av kokegropen var det et parti som bestod av brunrød leire, og inneholdt ikke kull. En håndfull skjørbrente steiner ble fjernet ved snittingen.

  • Other research product . 2021
    Norwegian
    Authors: 
    Sametinget;
    Publisher: Askeladden

    Tufta var før undersøkelse synlig som en sirkelrund, gressbevokst flate omgitt av en utydelig voll, d (til vollen) ca 3 m. Det vokste bnjørk rundt men ikke inni selve tufta. I midten synlig ildsted av stein, rektangulær form or. N-S, størrelse 90 x 60 cm, steinene delvis dekket av mose og råtne bjørkeblad. Ildstedet fortsetter mot N i to ca 80 cm lange, lett divergerende armer av stein (jfr. samisk uksa). Ved undersøkelsen ble ildstedet frilagt og utgravd. Det ble funnet krittpipebiter i vegetasjonslaget oppå en av steinene i ildstedet, og skår av en kaffekopp i torven like V for ildstedet. Gravningen ble ikke ført videre enn dette, bortsett fra at en sjakt ble lagt gjennom S-veggen for å klarlegge vollstrukturen. Dessuten ble steinene i ildstedet renset, tegnet og fotografert. Forøvrig ble tufta latt urørt. Også registrert i 2004 av Hartvig Birkely: I skogbeltet ved NØ-foten av Høghøa. 2 m NØ for lokaliteten ligger en stor steinblokk og 30 m i amme retning en åpen myrslette. Teltboplass. Synliggjøres av et 2 m langt steinarrangement som består av ildsted (árran) og dørdel (bearpmehat). Orientert N-S. Dette er en teltboplass av goahti-type. Dørdelen har konisk form, der største bredde på dørdelen er 1,2 m og bredden på ildstedet er 0,6 m. Ildstedets lengde er 1 m, og dørdelens er 1 m. Tufta med steinarrangementet er sterkt overgrodd med lyng, mose og gress, og går i ett med skogens vegetasjon.

  • Other research product . 2020
    Norwegian
    Authors: 
    Innlandet fylkeskommune;
    Publisher: Askeladden

    Bronsepigg

  • Other research product . 2021
    Norwegian
    Authors: 
    Innlandet fylkeskommune;
    Publisher: Askeladden

    Observasjon av flintstykker (slått) under metallsøking 06.04.2020. Enkeltminner 1 og 2 er tatt inn.

  • Other research product . Other ORP type . 2020
    Open Access Dutch
    Authors: 
    Raad, J.H.M. de (Laagland Archeologie);
    Publisher: Laagland Archeologie

    Laagland Archeologie heeft in december 2019 en januari 2020 een Inventariserend veldonderzoek - verkennende fase uitgevoerd aan het Fransepad 11 te Blaricum. Het onderzoek vond plaats in verband met de ruimtelijke procedure rondom de renovatie en de vervanging van bijgebouwen In een eerder stadium is een bureauonderzoek uitgevoerd. Het plangebied in de oude kern van Blaricum ligt waarschijnlijk op gordeldekzandwelvingen die tegen de stuwwal van Huizen-Laren aanliggen. Waarschijnlijk bestaat de bodem uit een hoge zwarte enkeerdgrond of haarpodzolgrond zijn, mits deze intact is. Voor de top van het dekzand geldt een verwachting op het aantreffen van resten vanaf het Mesolithicum tot aan de Nieuwe Tijd. In het geval dat er een enkeerdgrond/esdek zich bovenop het dekzand bevindt, kan deze verwachting bijgesteld worden naar het Neolithicum tot Middeleeuwen. Echter is er dan wel een grotere kans dat eventuele archeologische resten onder het dikke plaggendek behoed zijn gebleven voor verstoring. In het geval van een enkeerdgrond zal het esdek een verwachting hebben voor resten vanaf de Middeleeuwen tot aan de Nieuwe Tijd. Dit verwachtingsmodel is getoetst en aangevuld door middel van verkennend booronderzoek. Het verkennende booronderzoek heeft tot doel het verwachtingsmodel te toetsen en zonodig aan te vullen. Hiertoe zijn verspreid over het toegankelijke deel van het plangebied verkennende boringen gezet. In dit stadium is verkennend booronderzoek de meest efficiënte onderzoekswijze om de archeologische potentie van het plangebied in kaart te brengen. Op basis van het uitgevoerde booronderzoek is de kans hoog dat het plangebied archeologische sporen bevat. Al dan niet onder dunne ophogingen is een onverstoorde enkeerdgrond aanwezig op een onverstoorde ondergrond. Om die reden is de archeologische verwachting voor vindplaatsen vanaf het Neolithicum tot Nieuwe tijd hoog. Vanwege het ontbreken van andere bodemhorizonten is de archeologische verwachting voor steentijdvindplaatsen laag. Op basis van de onderzoeksresultaten wordt nader archeologisch onderzoek geadviseerd conform protocol 4003 IVO (landbodems). Gelet op de te verwachten prospectiekenmerken, prospecteerbaarheid van een eventuele vindplaats en dat de voorziene werkzaamheden (de aanleg van onderkelderingen) inpandig worden uitgevoerd wordt geadviseerd dit vervolgonderzoek uit te voeren in de vorm van een archeologische begeleiding conform de KNA Leidraad Inventariserend Veldonderzoek Deel: Proefsleuvenonderzoek (IVO-P variant archeologische begeleiding). De implementatie van dit advies is in handen van de gemeente Blaricum, hierin vertegenwoordigd door de archeologisch adviseur van de gemeente, mevrouw E. van Rooijen (NMF Erfgoedadvies).

  • Other research product . 2022
    Norwegian
    Authors: 
    Vestfold og Telemark fylkeskommune;
    Publisher: Askeladden

    Kullgrop registrert ved bruk av LIDAR

  • Other research product . 2016
    Norwegian
    Authors: 
    Vestfold og Telemark fylkeskommune;
    Publisher: Askeladden

    Nordvendt, jevnt skrånende flate som deles i to av en lav bergrygg i nord. Topografisk avgrenset i øst av berkgnaus, i vest avgrenset av fall i terrenget ned i et grunt juv. I sør noenlunde avgrenset av spredte knauser, forøvrig av negative prøvestikk. I nord avgrenses lokaliteten av åpningen til Kjørholttunnelen og dagens E18. Deler av lokaliteten kan ha blitt påvirket av utbyggingen av nevnte tunnel og vei. Hoh: 59-62 m. Det ble i alt registrert 5 positive prøvestikk på lokaliteten, med i alt 12 funn. Funnene fordelte seg slik: PS 1: 1 flintfragment m/cortex. Tydelige bruksspor på flere sider. PS 2: 1 flintavslag, 1 flintfragment. Begge brent. PS 3: 1 flintfragment med hengselbrudd. brent PS 4: 1 flintfragment, 1 flintavslag, 1 medialt flekkefragment, 1 proksimalt flekkefragment. PS 5: 1 flintavslag, 3 flintfragmenter. Samtlige brent. Deler av lokalitet undersøkt av KHM i 2017.

  • Other research product . Other ORP type . 2018
    Open Access Dutch
    Authors: 
    Krekelbergh, N.J. (BAAC BV);
    Publisher: BAAC BV

    Onderzoeksrapport

  • Open Access Dutch
    Authors: 
    Pleszynski, A.G.S. (De Steekproef);
    Publisher: De Steekproef

    Door De Steekproef bv is een inventariserend archeologisch veldonderzoek uitgevoerd aan de Kerkstraat 75-89 te Hoogkerk, gemeente Groningen, provincie Groningen (zie Figuur1). De aanleiding voor het onderzoek is de geplande bouw van vier twee-onder-een-kapwoningen op de kavel. Voor de bouw van deze woningen zal graafwerk ten behoeve van funderingen, eventuele kelders of kruipruimten, rioolhuisaansluitingen, kabels en leidingen nodig zijn. Het benodigde graafwerk kan eventueel aanwezige archeologie beschadigen. In het gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel is uitgegaan van archeologische waarden uit de periode paleolithicum tot en met de romeinse tijd wat betreft het dekzandlandschap onder het veen en de klei. Sporen kunnen bestaan uit haardkuilen, paal- en afvalkuilen, greppels en sloten. Vondsten zijn mogelijk houtskool, vuursteen, aardewerk en natuursteen. In de klei en veenresten kunnen archeologische waarden uit de vroege middeleeuwen tot en met de nieuwe tijd aangetroffen worden. Sporen uit die periode kunnen bestaan uit (paal)kuilen, greppels, sloten, funderingen, water- en beerputten. Vondsten zijn mogelijk hout, bouwkeramiek, aardewerk en metaal. Om het gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel te toetsen zijn zes grondboringen verspreid over het plangebied gezet. De boringen zijn volgens de Algemene Standaard Boorbeschrijvingsmethode beschreven en de opgeboorde lagen zijn door middel van het “snijden” van de boorkop op archeologische indicatoren onderzocht. Het opgeboorde zand is tevens over een zeef met een maaswijdte van 4 mm gezeefd. De boringen zijn tot minstens 20 cm in de schone C horizont gezet. De resultaten van het booronderzoek laten zien dat in vijf van de zes boringen intacte archeologische kansrijke niveaus aanwezig zijn. Boring 1 is na herhaalde pogingen op 70cm diepte gestaakt. De bodem is daar door de aanwezigheid van een keldervloer of zeer grof puin ondoordringbaar. Het is niet uit te sluiten dat onder deze ondoordringbare laag een intacte bodem aanwezig is. In de klei is op een diepte van 50 tot 95 cm onder het maaiveld een donkerbruine venige vegetatielaag aanwezig. Deze laag is gevormd in een periode van relatieve droge omstandigheden en maakt het plangebied voor menselijke bewoning of gebruik dan in de periode van kleiafzettingen ervoor en erna. Mogelijke sporen van bewoning of gebruik zullen waarschijnlijk uit de middeleeuwen dateren. Op een diepte van 80 tot 115 cm onder het maaiveld ligt een laag dekzand waarin verbruining en/of podzolvorming heeft plaatsgevonden voorafgaande aan de overspoeling en de daarbij horende afzetting van klei. Op dit archeologisch interessante niveau kunnen archeologische waarden uit de periode paleolithicum tot de romeinse tijd voorkomen. Selectieadvies (KNA 4.0 VS07) door A.G.S. Pleszynski MA, senior KNA-archeoloog selectie-advies door senior KNA archeoloog A.G.S. Pleszynski MA Ondanks dat de bodem in het gebied wat betreft de archeologische kansrijke niveaus intact is in 5 van de 6 boringen, zijn er geen archeologische indicatoren aangetroffen. Tijdens het inventariserend booronderzoek zijn 6 boringen geplaatst op een oppervlakte van 1350 m2, dit komt neer op 44 boringen per hectare, er is dus ruim voldoende karterend geboord. Ook zijn er in de directe omgeving geen vondsten gedaan die vervolgonderzoek rechtvaardigen. Wij adviseren daarom om het plangebied vrij te geven van archeologisch vervolgonderzoek. Het is aan de bevoegde overheid, de gemeente Groningen om het geadviseerde al dan niet over te nemen. Wij wijzen erop dat als bij toekomstig graafwerk archeologische grondsporen worden aangetroffen en/of vondsten worden gedaan, daarvan direct melding dient te worden gemaakt conform de Erfgoedwet 2015, artikel 5.10 & 5.11. Wij adviseren dit te doen bij de gemeente Groningen. selectiebesluit gemeente Groningen De gemeente Groningen heeft besloten om af te wijken van het advies van De Steekproef. Dhr. R. Kruisman liet per email (21-11-2017) weten dat wegens de aanwezigheid van een deels gaaf bodemprofiel in het plangebied, in combinatie met de nabijheid van de Rug van Tynaarlo en de hierop aanwezige vindplaats Ruskenveen, ook in Hoogkerk, voorafgaand aan de graafwerkzaamheden een proefsleuvenonderzoek moet worden uitgevoerd. Een dergelijk onderzoek dient te worden uitgevoerd door een daartoe gecertificeerd bedrijf en volgens een door de gemeente vooraf goedgekeurd Programma van Eisen.