Advanced search in Research products
Research products
arrow_drop_down
Searching FieldsTerms
Any field
arrow_drop_down
includes
arrow_drop_down
Include:
The following results are related to Digital Humanities and Cultural Heritage. Are you interested to view more results? Visit OpenAIRE - Explore.
71,110 Research products, page 1 of 7,111

  • Digital Humanities and Cultural Heritage
  • Research data
  • Research software
  • Other research products
  • Other ORP type

10
arrow_drop_down
Relevance
arrow_drop_down
  • Other research product . Other ORP type . 2020
    Open Access Dutch
    Authors: 
    A, S.J.H. van der (ProRail);
    Publisher: ProRail

    Op het emplacement Kijfhoek zijn verschillende projecten gepland om het kenmerkende Heuvelsysteem te moderniseren en de levensduur ervan te verlengen. Het Heuvelsysteem is eind 1990 opgeleverd en is aan het einde van zijn technische levensduur. Deze projecten gaan gepaard met bodemingrepen, waardoor het archeologisch bodemarchief mogelijk verstoord raakt. De oudste bewoning heeft plaatsgevonden op het rivierduin. Op de oevers van de Devel is op een aantal plekken middeleeuwse bewoning (11e eeuw) vastgesteld. Voor de rivierduinen geldt een hoge archeologische verwachting voor vindplaatsen vanaf het Mesolithicum; de stroomgordel van de Devel heeft een hoge verwachting voor bewoning gedurende de IJzertijd/Romeinse tijd en Vroege Middeleeuwen. Ook zijn hier 14e-eeuwse boerderijplaatsen te verwachten van na de bedijking van de Devel. Ten aanzien van de komgebieden geldt een lage archeologische verwachting voor vindplaatsen uit de periode IJzertijd/Romeinse tijd en Vroege Middeleeuwen. De heuvel op het rangeerterrein is opgehoogd met ongeveer 3 tot wel 7,5 meter; het rangeerterrein zelf met ongeveer 1,5 meter. Alle ingrepen in dit ophoogpakket en in de 30 cm daaronder kunnen worden verricht zonder het risico archeologische waarden te verstoren. Voor ingrepen ter plaatse van de oeverwallen van de Devel en de rivierduinen, die dieper reiken dan het ophoogpakket en de 30 cm daaronder (circa 1,8 m -NAP), moet eerst een archeologisch onderzoek worden uitgevoerd. Afhankelijk van de aard van de ingrepen en in overleg met de archeologisch deskundige van de gemeente Zwijndrecht zal worden bepaald in welke vorm dit onderzoek kan plaatsvinden. In de delen van het plangebied buiten de oeverwallen en rivierduinen wordt geen archeologisch onderzoek nodig geacht. Deze zones zijn als ‘vrijgeven’ aangeduid op de advieskaart.

  • Open Access Dutch
    Authors: 
    Bongers, J.;
    Publisher: De Steekproef, archeologisch onderzoeks- en adviesbureau

    onderzoeksrapport

  • Open Access Dutch
    Authors: 
    Ruijters, M.H.P.M. (RAAP Archeologisch Adviesbureau);
    Publisher: RAAP Archeologisch Adviesbureau

    In het plangebied vindt een bestemmingsplanwijziging plaats, waarbij de aanwezige bedrijfsgebouwen plaatsmaken voor een woonhuis en bijgebouwen.

  • Other research product . Other ORP type . 2010
    Open Access Dutch
    Authors: 
    Corver, B.A. (drs.); Berkhout, M. (MA);
    Publisher: Becker en van de Graaf

    Inventariserend Veldonderzoek door middel van proefsleuven in verband met de bouw van een nieuw pand.

  • Other research product . Other ORP type . 1931
    English
    Authors: 
    (Ifpo), Institut Français du Proche-Orient;
    Publisher: HAL CCSD
    Country: France

    Plateau en Jazireh. Aval de la frontière. Rive gauche longeant les falaises de Baghouz

  • Open Access Dutch
    Authors: 
    Vaessen, R.A. (RAAP Archeologisch Adviesbureau bv); Verhoeven, M.P.F. (RAAP Archeologisch Adviesbureau bv);
    Publisher: RAAP Archeologisch Adviesbureau bv

    In het kader van de verbreding van de A58 heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau een update uitgevoerd van twee bureauonderzoeken. De resultaten van beide updates wordt hieronder beschreven. Rapport 3687 - Tilburg/Eindhoven Het onderhavig onderzoek vormt een update van een eerder door Econsultancy uitgevoerd onderzoek in het kader van de verbreding van de A58 tussen Eindhoven en Tilburg (Stiekema, 2015). Het belangrijkste doel hierbij was om na te gaan in hoeverre recente onderzoeken en ontwikkelingen de conclusies uit dit eerdere onderzoek beïnvloeden. Tevens is de archeologische verwachtingskaart op basis van de laatste gegeven geüpdatet. Uit het onderzoek blijkt dat er weinig verschillen zijn waar te nemen ten opzichte van het eerdere bureauonderzoek en de conclusies zijn dan ook over het algemeen vergelijkbaar. Wel is inmiddels duidelijk geworden dat er gekozen wordt om de A58 te verbreden naar 2x3 banen en niet voor een variant van 2x2 rijstroken met een spitsstrook. Hierdoor wordt de kans vergroot dat archeologische waarden in de bodem verstoord worden doordat de grond waarin zich bevinden wordt afgegraven of anderszins wordt geroerd. Op basis van onderhavige update zijn er geen grootschalige aanpassingen nodig aan de conclusies getrokken in het rapport van Econsultancy. Net als in dit eerdere onderzoek wordt geadviseerd om een archeologisch onderzoek uit te voeren in de vorm van verkennende boringen. Zones die reeds als verstoord zijn aangemerkt of al zijn onderzocht zijn vrijgesteld van onderzoek. In het eerdere bureauonderzoek van Econsultancy zijn ook gebieden met een lage archeologische verwachting vrijgesteld van onderzoek. Toch overschrijden de geplande werkzaamheden de ondergrenzen die gelden voor deze categorie, waardoor ook deze gebieden in principe in aanmerking voor onderzoek. In de huidige planontwerp betekent dit dat voor vrijwel het gehele tracé in aanmerking komt voor vervolgonderzoek. Ten aanzien van het beschermde archeologisch monument in de gemeente Oirschot dient de omgang hiermee in samenspraak met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) te worden bepaald. Werkzaamheden in dit gebied zijn namelijk vergunningsplichtig. Door het uitvoeren van het verkennend booronderzoek in een vroege fase van het project kunnen de archeologische risicogebieden in een vroeg stadium in kaart gebracht worden gebracht. Op basis hiervan kan vervolgens niet alleen worden bepaald of archeologisch vervolgonderzoek noodzakelijk is en welke vorm dit onderzoek het beste kan hebben, maar kunnen er, waar mogelijk, eventueel ook aanpassingen aan de ontwerpplannen worden gemaakt waarmee potentiële archeologische resten worden ontzien en waar archeologisch onderzoek dan ook niet meer noodzakelijk is. Bovendien kunnen de gegevens uit het booronderzoek dienen om in een latere fase, wanneer de definitieve plannen en de daarbij horende planning van het project bekend zijn, prioriteit te geven aan bepaalde zones waar archeologisch vervolgonderzoek aan de orde is om zodoende de risico’s van archeologisch onderzoek en eventuele vertragingen die dit kunnen opleveren zowel mogelijk te beperken. Rapport 3889 - Breda In opdracht van Witteveen + Bos Raadgevende ingenieurs B.V. heeft RAAP in mei 2019 een bureaustudie uitgevoerd in het kader van de geplande verbreding van de A58 (InnovA58) ten zuiden van Breda (traject Sint Annabosch-Galder) in de gemeente Breda. Voor het onderzoeksgebied is reeds in een eerder stadium een bureauonderzoek uitgevoerd door Econsultancy. Alhoewel de omvang en diepte van de bodemingrepen nog niet volledig bekend is, kan er gezien de lage ondergrenzen (30 cm & 0 en 100 m²) van worden uitgegaan dat er in de zones met het archeologisch monument van waarde, en een hoge-, middelhoge- en lage verwachting nader onderzoek aan de orde is. Er wordt aangeraden om in alle zones waar volgens het gemeentelijk beleid de ondergrenzen ten aanzien van archeologie worden overschreden een archeologisch onderzoek in de vorm van verkennende boringen uit te voeren in de zones waar werkzaamheden gaan plaatsvinden buiten de huidige wegtracés. In de huidige planontwerp betekent dit dat voor vrijwel het gehele tracé in aanmerking komt voor vervolgonderzoek. De boringen dienen aan weerszijden van de weg om de 50 meter boringen worden gezet met een kleine handmatige boor (Edelmanboor 7 cm en/of zandguts 3 cm). Op bekende vindplaatsen dienen er minstens vijf boringen te worden gezet. Deze boringen hebben tot doel de gaafheid van de bodem, en daarmee de noodzaak tot verder onderzoek, te bepalen. Dit rapport geeft (selectie)adviezen. Het is aan de bevoegde overheid, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, deze al dan niet over te nemen in de vorm van een (selectie)besluit.

  • Other research product . Other ORP type . 1940
    Authors: 
    (Ifpo) , Institut Français du Proche-Orient;
    Publisher: HAL CCSD
    Country: France

    24x36 mm, gélatine plan-film.

  • Other research product . Other ORP type . 1940
    English
    Authors: 
    (Ifpo), Institut Français du Proche-Orient;
    Publisher: HAL CCSD

    24x36mm, gélatine plan-film.Syrie, Jebel Zawiyé, el-Bara.

  • Open Access Dutch
    Authors: 
    Roller, G.J. de (MUG Ingenieursbureau BV);
    Publisher: MUG Ingenieursbureau BV

    MUG Ingenieursbureau heeft in opdracht van Dienst Landelijk Gebied een archeologisch karterend onderzoek uitgevoerd langs de Grote Wetering bij Dreumel, gemeente West Maas en Waal. De aanleiding voor het onderzoek wordt gevormd door de toekomstige herinrichting van de Grote Wetering, waarbij natuurvriendelijke oevers worden aangelegd. In een eerder stadium is een archeologisch inventariserend booronderzoek uitgevoerd door MUG Ingenieursbureau. Op basis van de resultaten van dit onderzoek is de huidige onderzoekslocatie geselecteerd voor vervolgonderzoek. In het onderzoeksgebied is sprake van stroomrugafzettingen en rivierduinen. Deze lagen worden kansrijk voor archeologie geacht. Daarom zijn deze lagen bemonsterd door middel van megaboringen. Deze boringen zijn in een verspringend grid met een tussenafstand van 12,5 m geplaatst op de oevers van de Grote Wetering. Het onderzochte tracé heeft een lengte van 1,2 km. In de bodemmonsters is in drie boringen aardewerk aangetroffen dat uit de periode bronstijd-ijzertijd dateert. Verder is er in één boring een slak/sintel aanwezig. De aanwezigheid van archeologische indicatoren wijst er dat er sprake is van archeologische vindplaatsen. Het gaat hierbij om twee locaties waar aardewerk (boring 86 en 99) is aangetroffen, één met mogelijk aardewerk (boring 21) en één locatie met mogelijk metaal slakken/sintels (boring 48). Wij bevelen aan om in een straal van 10 m rond deze vindplaatsen geen bodemingrepen uit te voeren. Is dit niet mogelijk dan bevelen wij aan om een waarderend booronderzoek uit te voeren. Hierbij wordt het boorgrid verder verdicht. Doel is hierbij om na te gaan of er meer archeologische indicatoren aanwezig zijn om zo een beter beeld te krijgen van datering, omvang en diepteligging van de vindplaatsen. Voor de rest van het onderzoeksgebied bevelen wij aan om geen verder archeologisch onderzoek uit te voeren. Dit betreft een aanbeveling. Het selectiebesluit is voorbehouden aan de bevoegde overheid, gemeente West Maas en Waal. Verder dient te allen tijde bij het afgeven van een omgevingsvergunning de wettelijke meldingsplicht (ex artikel 53 Monumentenwet 1988) kenbaar te worden gemaakt, om het documenteren van toevalsvondsten te garanderen: “Degene die anders dan bij het doen van opgravingen een zaak vindt waarvan hij weet dan wel redelijkerwijs moet vermoeden dat het een monument is (in roerende of onroerende zin), meldt die zaak zo spoedig mogelijk bij onze minister”. Deze aangifte dient te gebeuren bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in Amersfoort. Het verdient aanbeveling ook de bevoegde overheid, gemeente West Maas en Waal hiervan op de hoogte te stellen.

  • Other research product . Other ORP type . 1969
    English
    Authors: 
    (Ifpo), Institut Français du Proche-Orient;
    Publisher: HAL CCSD

    couvent de Deir; 24x36 mm, gélatine plan-film.

Advanced search in Research products
Research products
arrow_drop_down
Searching FieldsTerms
Any field
arrow_drop_down
includes
arrow_drop_down
Include:
The following results are related to Digital Humanities and Cultural Heritage. Are you interested to view more results? Visit OpenAIRE - Explore.
71,110 Research products, page 1 of 7,111
  • Other research product . Other ORP type . 2020
    Open Access Dutch
    Authors: 
    A, S.J.H. van der (ProRail);
    Publisher: ProRail

    Op het emplacement Kijfhoek zijn verschillende projecten gepland om het kenmerkende Heuvelsysteem te moderniseren en de levensduur ervan te verlengen. Het Heuvelsysteem is eind 1990 opgeleverd en is aan het einde van zijn technische levensduur. Deze projecten gaan gepaard met bodemingrepen, waardoor het archeologisch bodemarchief mogelijk verstoord raakt. De oudste bewoning heeft plaatsgevonden op het rivierduin. Op de oevers van de Devel is op een aantal plekken middeleeuwse bewoning (11e eeuw) vastgesteld. Voor de rivierduinen geldt een hoge archeologische verwachting voor vindplaatsen vanaf het Mesolithicum; de stroomgordel van de Devel heeft een hoge verwachting voor bewoning gedurende de IJzertijd/Romeinse tijd en Vroege Middeleeuwen. Ook zijn hier 14e-eeuwse boerderijplaatsen te verwachten van na de bedijking van de Devel. Ten aanzien van de komgebieden geldt een lage archeologische verwachting voor vindplaatsen uit de periode IJzertijd/Romeinse tijd en Vroege Middeleeuwen. De heuvel op het rangeerterrein is opgehoogd met ongeveer 3 tot wel 7,5 meter; het rangeerterrein zelf met ongeveer 1,5 meter. Alle ingrepen in dit ophoogpakket en in de 30 cm daaronder kunnen worden verricht zonder het risico archeologische waarden te verstoren. Voor ingrepen ter plaatse van de oeverwallen van de Devel en de rivierduinen, die dieper reiken dan het ophoogpakket en de 30 cm daaronder (circa 1,8 m -NAP), moet eerst een archeologisch onderzoek worden uitgevoerd. Afhankelijk van de aard van de ingrepen en in overleg met de archeologisch deskundige van de gemeente Zwijndrecht zal worden bepaald in welke vorm dit onderzoek kan plaatsvinden. In de delen van het plangebied buiten de oeverwallen en rivierduinen wordt geen archeologisch onderzoek nodig geacht. Deze zones zijn als ‘vrijgeven’ aangeduid op de advieskaart.

  • Open Access Dutch
    Authors: 
    Bongers, J.;
    Publisher: De Steekproef, archeologisch onderzoeks- en adviesbureau

    onderzoeksrapport

  • Open Access Dutch
    Authors: 
    Ruijters, M.H.P.M. (RAAP Archeologisch Adviesbureau);
    Publisher: RAAP Archeologisch Adviesbureau

    In het plangebied vindt een bestemmingsplanwijziging plaats, waarbij de aanwezige bedrijfsgebouwen plaatsmaken voor een woonhuis en bijgebouwen.

  • Other research product . Other ORP type . 2010
    Open Access Dutch
    Authors: 
    Corver, B.A. (drs.); Berkhout, M. (MA);
    Publisher: Becker en van de Graaf

    Inventariserend Veldonderzoek door middel van proefsleuven in verband met de bouw van een nieuw pand.

  • Other research product . Other ORP type . 1931
    English
    Authors: 
    (Ifpo), Institut Français du Proche-Orient;
    Publisher: HAL CCSD
    Country: France

    Plateau en Jazireh. Aval de la frontière. Rive gauche longeant les falaises de Baghouz

  • Open Access Dutch
    Authors: 
    Vaessen, R.A. (RAAP Archeologisch Adviesbureau bv); Verhoeven, M.P.F. (RAAP Archeologisch Adviesbureau bv);
    Publisher: RAAP Archeologisch Adviesbureau bv

    In het kader van de verbreding van de A58 heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau een update uitgevoerd van twee bureauonderzoeken. De resultaten van beide updates wordt hieronder beschreven. Rapport 3687 - Tilburg/Eindhoven Het onderhavig onderzoek vormt een update van een eerder door Econsultancy uitgevoerd onderzoek in het kader van de verbreding van de A58 tussen Eindhoven en Tilburg (Stiekema, 2015). Het belangrijkste doel hierbij was om na te gaan in hoeverre recente onderzoeken en ontwikkelingen de conclusies uit dit eerdere onderzoek beïnvloeden. Tevens is de archeologische verwachtingskaart op basis van de laatste gegeven geüpdatet. Uit het onderzoek blijkt dat er weinig verschillen zijn waar te nemen ten opzichte van het eerdere bureauonderzoek en de conclusies zijn dan ook over het algemeen vergelijkbaar. Wel is inmiddels duidelijk geworden dat er gekozen wordt om de A58 te verbreden naar 2x3 banen en niet voor een variant van 2x2 rijstroken met een spitsstrook. Hierdoor wordt de kans vergroot dat archeologische waarden in de bodem verstoord worden doordat de grond waarin zich bevinden wordt afgegraven of anderszins wordt geroerd. Op basis van onderhavige update zijn er geen grootschalige aanpassingen nodig aan de conclusies getrokken in het rapport van Econsultancy. Net als in dit eerdere onderzoek wordt geadviseerd om een archeologisch onderzoek uit te voeren in de vorm van verkennende boringen. Zones die reeds als verstoord zijn aangemerkt of al zijn onderzocht zijn vrijgesteld van onderzoek. In het eerdere bureauonderzoek van Econsultancy zijn ook gebieden met een lage archeologische verwachting vrijgesteld van onderzoek. Toch overschrijden de geplande werkzaamheden de ondergrenzen die gelden voor deze categorie, waardoor ook deze gebieden in principe in aanmerking voor onderzoek. In de huidige planontwerp betekent dit dat voor vrijwel het gehele tracé in aanmerking komt voor vervolgonderzoek. Ten aanzien van het beschermde archeologisch monument in de gemeente Oirschot dient de omgang hiermee in samenspraak met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) te worden bepaald. Werkzaamheden in dit gebied zijn namelijk vergunningsplichtig. Door het uitvoeren van het verkennend booronderzoek in een vroege fase van het project kunnen de archeologische risicogebieden in een vroeg stadium in kaart gebracht worden gebracht. Op basis hiervan kan vervolgens niet alleen worden bepaald of archeologisch vervolgonderzoek noodzakelijk is en welke vorm dit onderzoek het beste kan hebben, maar kunnen er, waar mogelijk, eventueel ook aanpassingen aan de ontwerpplannen worden gemaakt waarmee potentiële archeologische resten worden ontzien en waar archeologisch onderzoek dan ook niet meer noodzakelijk is. Bovendien kunnen de gegevens uit het booronderzoek dienen om in een latere fase, wanneer de definitieve plannen en de daarbij horende planning van het project bekend zijn, prioriteit te geven aan bepaalde zones waar archeologisch vervolgonderzoek aan de orde is om zodoende de risico’s van archeologisch onderzoek en eventuele vertragingen die dit kunnen opleveren zowel mogelijk te beperken. Rapport 3889 - Breda In opdracht van Witteveen + Bos Raadgevende ingenieurs B.V. heeft RAAP in mei 2019 een bureaustudie uitgevoerd in het kader van de geplande verbreding van de A58 (InnovA58) ten zuiden van Breda (traject Sint Annabosch-Galder) in de gemeente Breda. Voor het onderzoeksgebied is reeds in een eerder stadium een bureauonderzoek uitgevoerd door Econsultancy. Alhoewel de omvang en diepte van de bodemingrepen nog niet volledig bekend is, kan er gezien de lage ondergrenzen (30 cm & 0 en 100 m²) van worden uitgegaan dat er in de zones met het archeologisch monument van waarde, en een hoge-, middelhoge- en lage verwachting nader onderzoek aan de orde is. Er wordt aangeraden om in alle zones waar volgens het gemeentelijk beleid de ondergrenzen ten aanzien van archeologie worden overschreden een archeologisch onderzoek in de vorm van verkennende boringen uit te voeren in de zones waar werkzaamheden gaan plaatsvinden buiten de huidige wegtracés. In de huidige planontwerp betekent dit dat voor vrijwel het gehele tracé in aanmerking komt voor vervolgonderzoek. De boringen dienen aan weerszijden van de weg om de 50 meter boringen worden gezet met een kleine handmatige boor (Edelmanboor 7 cm en/of zandguts 3 cm). Op bekende vindplaatsen dienen er minstens vijf boringen te worden gezet. Deze boringen hebben tot doel de gaafheid van de bodem, en daarmee de noodzaak tot verder onderzoek, te bepalen. Dit rapport geeft (selectie)adviezen. Het is aan de bevoegde overheid, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, deze al dan niet over te nemen in de vorm van een (selectie)besluit.

  • Other research product . Other ORP type . 1940
    Authors: 
    (Ifpo) , Institut Français du Proche-Orient;
    Publisher: HAL CCSD
    Country: France

    24x36 mm, gélatine plan-film.

  • Other research product . Other ORP type . 1940
    English
    Authors: 
    (Ifpo), Institut Français du Proche-Orient;
    Publisher: HAL CCSD

    24x36mm, gélatine plan-film.Syrie, Jebel Zawiyé, el-Bara.

  • Open Access Dutch
    Authors: 
    Roller, G.J. de (MUG Ingenieursbureau BV);
    Publisher: MUG Ingenieursbureau BV

    MUG Ingenieursbureau heeft in opdracht van Dienst Landelijk Gebied een archeologisch karterend onderzoek uitgevoerd langs de Grote Wetering bij Dreumel, gemeente West Maas en Waal. De aanleiding voor het onderzoek wordt gevormd door de toekomstige herinrichting van de Grote Wetering, waarbij natuurvriendelijke oevers worden aangelegd. In een eerder stadium is een archeologisch inventariserend booronderzoek uitgevoerd door MUG Ingenieursbureau. Op basis van de resultaten van dit onderzoek is de huidige onderzoekslocatie geselecteerd voor vervolgonderzoek. In het onderzoeksgebied is sprake van stroomrugafzettingen en rivierduinen. Deze lagen worden kansrijk voor archeologie geacht. Daarom zijn deze lagen bemonsterd door middel van megaboringen. Deze boringen zijn in een verspringend grid met een tussenafstand van 12,5 m geplaatst op de oevers van de Grote Wetering. Het onderzochte tracé heeft een lengte van 1,2 km. In de bodemmonsters is in drie boringen aardewerk aangetroffen dat uit de periode bronstijd-ijzertijd dateert. Verder is er in één boring een slak/sintel aanwezig. De aanwezigheid van archeologische indicatoren wijst er dat er sprake is van archeologische vindplaatsen. Het gaat hierbij om twee locaties waar aardewerk (boring 86 en 99) is aangetroffen, één met mogelijk aardewerk (boring 21) en één locatie met mogelijk metaal slakken/sintels (boring 48). Wij bevelen aan om in een straal van 10 m rond deze vindplaatsen geen bodemingrepen uit te voeren. Is dit niet mogelijk dan bevelen wij aan om een waarderend booronderzoek uit te voeren. Hierbij wordt het boorgrid verder verdicht. Doel is hierbij om na te gaan of er meer archeologische indicatoren aanwezig zijn om zo een beter beeld te krijgen van datering, omvang en diepteligging van de vindplaatsen. Voor de rest van het onderzoeksgebied bevelen wij aan om geen verder archeologisch onderzoek uit te voeren. Dit betreft een aanbeveling. Het selectiebesluit is voorbehouden aan de bevoegde overheid, gemeente West Maas en Waal. Verder dient te allen tijde bij het afgeven van een omgevingsvergunning de wettelijke meldingsplicht (ex artikel 53 Monumentenwet 1988) kenbaar te worden gemaakt, om het documenteren van toevalsvondsten te garanderen: “Degene die anders dan bij het doen van opgravingen een zaak vindt waarvan hij weet dan wel redelijkerwijs moet vermoeden dat het een monument is (in roerende of onroerende zin), meldt die zaak zo spoedig mogelijk bij onze minister”. Deze aangifte dient te gebeuren bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in Amersfoort. Het verdient aanbeveling ook de bevoegde overheid, gemeente West Maas en Waal hiervan op de hoogte te stellen.

  • Other research product . Other ORP type . 1969
    English
    Authors: 
    (Ifpo), Institut Français du Proche-Orient;
    Publisher: HAL CCSD

    couvent de Deir; 24x36 mm, gélatine plan-film.